# 15 voetbalgeluk

Even waren alle Oegandezen gelukkig over hetzelfde: het uitzicht op de African Cup in 2008.

Kampala deinde. Het was het naspel van de extase een paar uur eerder, toen de Ugandan Cranes Niger met 3-1 afdroogden. Had in de poule alles meegezeten, was het nationale elftal volgend jaar naar de Afrikaanse Cup in Ghana gegaan. Maar het ongelooflijke werd later toch waar: Zuid-Afrika verloor van Zambia en Oeganda blijft volgend jaar thuis.

Maar zover was het nog niet. En terwijl Oeganda high raakte op de kunsten van de Cranes, zaten wij op onze veranda. Wij zagen geen voetbal. Wij genoten niet van het Victoriameer in rode zon. Wij pareerden een baby en een kleuter die met pasta gooiden. Drie keer verloste ons het gejoel van zestien miljoen. Dat geluid van een mad crowd boezemde mij acht maanden geleden nog angst in. Tot ik begreep dat de meute ook zo klinkt als ze gelukkig is. Op het ritme van de goals stopte de terreur aan tafel, perste ik mijn oor tegen de radio en feliciteerden we de bewaker.

Al dertig jaar bidt Oeganda voor een plek in Afrika’s belangrijkste voetbaltoernooi. Het succes van de Cranes is dan ook meer dan voetbalglorie. Het is balsem voor Oeganda’s ziel – gekweld door een 20 jaar-oude burgeroorlog en de schaamteloze corruptie die afgelopen jaren aan het licht kwamen.

Held in de zegetocht is David Obua; in de laatste kwalificatiewedstrijd maakte hij alledrie de goals. Maar ook bondscoach Csaba Laszlo stijgt met elke match in aanzien. Hoewel geroemd als een meester in tactiek, bekende de Hongaar Laszlo me laatst met hoe veel moeite hij zijn werk doet. Fantastische voetballers heeft Oeganda, daar ligt het niet aan. Maar samenwerken blijkt lastig. En dus heeft Laszlo elf sterren maar geen team. Wie de bal heeft moet scoren. Met zo veel fanfare als mogelijk.

Onlangs speelden de Cranes een zware kwalificatiewedstrijd tegen Lesotho. Het was een-nul toen Oeganda een penalty kreeg. De uitverkorene had daar even Oeganda’s geluk in handen. Maar David Obua rende niet hard op de bal af. Ramde die niet met 100 km per uur in het net. Nee, volgens Laszlo slenterde hij naar de stip. De bondscoacht doet het voor. Hij sleept zich naar een denkbeeldige bal en haalt zijn linkervoet vanachter zijn rechterbeen. Obua had met een lus in zijn been de kaatsbal zachtjes en beheerst een benedenhoekje ingestuurd. Laszlo was woest. Maar boven Oeganda werd het dak even opgetild.

***

Deze aan de slechte afloop aangepaste versie van Voetbalgeluk verscheen als column in Internationale Samenwerking van oktober 2007

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *