In Oeganda raken kinderen kwijt. Vaak blijken ze slachtoffer van een offerritueel.
“I’ve lost my son”, zei een patiënt, toen dokter Greany vroeg hoe het met haar ging. De dokter is dan wel Engels, ze wist niet hoe ze die zin moest verstaan. Betekende dit dat de zoon was gestorven? Of bedoelde ze letterlijk ‘verloren’ in de zin van ‘kwijt’.
Het laatste, zo bleek. Robinah’s zoon van zes was een paar dagen geleden verdwenen. Hij kwam niet thuis van school. En niemand die ervan wist. Nu is Robinah bang dat haar zoon is ontvoerd om te dienen in een offerritueel.
Kranten schrijven hetzelfde als de mensen in de straat zeggen: het aantal gevallen van mensoffers neemt toe. In de door witch-doctors uitgevoerde rituelen zijn meestal kinderen het slachtoffer. Zij zijn puur en dat heeft meer effect. Harde cijfers zijn er niet, maar een maand geleden meldde Oeganda’s grootste krant The New Vision dat elke week zo’n tien kinderen verdwijnen.
De ontvoerde kinderen worden zelden levend teruggevonden. Hun lichamen zijn altijd verminkt, vaak onthoofd. Afgelopen maart vond een vader het verkoolde lichaam van zijn zoontje op de golfbaan in hartje Kampala.
Een nieuw hotel, kantoor of winkelcentrum zou een kinderleven vragen. Om succes te garanderen, is bij de bouw menselijk bloed nodig, vaak een kinderhoofd. Dat wordt ingemetseld bij de fundamenten. Instorten kan het dan niet meer. De krant schrijft de toename van kindermoord dan ook toe aan het floreren van Kampala. Bovendien zijn voor de Gemenebesttop van november 2007 veel prestigieuze gebouwen neergezet.
Dat hekserij zich niet beperkt tot economisch onderontwikkelden, zegt ook de Oegandese priester die een boek schreef over de bloei van hekserij. Witchcraft is big business, schrijft Broeder Anatoli. Voor een kindoffer vraagt een traditionele genezer tussen de duizend en tienduizend dollar. Dat kunnen alleen welgestelden opbrengen.
Een Oegandese kennis relativeert de opwinding over verdwenen kinderen. “Nu worden alleen nog voor grote gebouwen kinderen gedood. Vroeger ook voor een kleine winkel of kantoor. Als in de straat een nieuw gebouw kwam, wist iedereen hoe laat het was. Dan bleven de kinderen binnen.”
En denkt hij dat het werkt?
De hoogopgeleide kennis aarzelt. Dan haalt hij zijn schouders op. “Tja. Je weet het niet hè.”
**
Een kinderhoofd verscheen in De Pers van 25 juni 2008