# 53 Arm en rijk

Nadat Abel twee maanden naar de kleuterschool in Nederland ging, ziet hij in Afrika dingen die er eerder niet waren.

“Ow mama, kijk dan!” Een gebroken kleuterstem kreunt: “Een arm mens!” We wonen temidden van de bottom billion, 1 miljard mensen die leven van minder dan een dollar per dag, dus grote kans dat hij het goed heeft gezien.

Langs de weg loopt een vrouw met aan haar hand een meisje. Ze zal zo oud als Abel zelf zijn en ze draagt een poppig schooluniform in lichtroze, wit en donkerblauw.

Die?! Ja, die bedoelt hij.

Maar waarom hij denkt dat zij arm zijn?

“Ze lopen zo zielig.”

Ik zeg dat ik denk dat ze niet zo heel erg arm zijn. Het meisje heeft toch een uniform aan? Dan zit ze onderaan onze heuvel op een privéschool. Ze draagt ook schoenen, terwijl veel arme mensen op blote voeten of slippers lopen.

Op de achterbank wordt in stilte gedacht.

In deze twee jaar in Afrika hebben we het zelden over arm of rijk gehad. We kennen verschillende mensen. Sommigen wonen op een haciënda met een privéstrand aan het Victoriameer, anderen in een eenkamerhuisje zonder ramen, water of stroom.

Wanneer we ergens op bezoek gaan, nemen we een cadeautje mee. Naar een stadshutje nemen we andere dingen mee dan naar de villa aan het water: behalve een hansopje en een envelop voor de baby, een pot vitaminepillen, kleren waarvoor onze kinderen te groot zijn en een stuk speelgoed waar Abel afstand van wil doen. Toch gingen we dan gewoon langs bij Augustin, de bewaker met wie Abel het goed kan vinden. Binnen was het klein en daarom speelden alle kinderen buiten.

De dag nadat we terug zijn gekomen uit Nederland, ziet de kleuter iets wat er eerst niet was. Waar de nieuwe categorie vandaan komt, heb ik niet gevraagd. Maar een vermoeden heb ik wel.

Abel zat net twee maanden op een Nederlandse kleuterschool. Zijn klas was bezig schoenendozen voor Afrika te vullen. Ze deden gummetjes, pennen, potloden, tandenborstels, zeep, puzzels en knuffels in een doos die dan wordt gestuurd naar “een arm kindje”, in dit geval in Oeganda.

Elk jaar versturen tienduizenden schoolkinderen zo’n doos. Het is een ontwikkelingsproject dat ‘schoenmaatjes’ heet en goed is voor zowel zender als ontvanger. Het geeft de juf in Broek in Waterland een mooie kapstok om te vertellen over delen van de wereld met minder weelde. Kinderen in Nederland leren delen en een Oegandees kind is uitzinnig blij.

Blijft alleen dat er ineens een dichotomie is: Arm en Rijk. En de eerste categorie is zielig. Die moet geholpen. Van daaruit is ongelijkwaardigheid maar een kleine stap verwijderd. Want wie object wordt gemaakt van andermans medelijden, levert in op zelfrespect. Eigenlijk laat een sympathieke schoenendoos zien wat net zo makkelijk in het groot gebeurt, met even goed bedoelde ontwikkelingshulp.

**
Arm en rijk verscheen in De Pers van 12 november 2008

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *