# 54 De koffiefabriek

In de straten van Oeganda is reclame een feest. Tot de handgeschilderde prenten verdwijnen.

Kampala heeft twee mooie gebouwen: het Serenahotel en de oude koffiefabriek. De laatste staat monumentaal in de vallei van Bugolobi, als ware het een restant van 19e-eeuwse industrie. Hoog waar alles laag is, met driehoekige kantelen op het dak en, mooist van al, pastelkleurige platen waar in een kantoorgebouw ramen zouden zitten.

Precies daar is de omslag van liefde naar ergernis komen te hangen. Aan beide zijden van de koffiefabriek is de gevel verdwenen achter twee reclamedoeken die van alle andere billboards in de stad postzegels maken. Manshoge letters schreeuwen: WARID geeft je het meest heldere signaal’.

Vind ik in Nederland reclame op straat vaak overdadig, in Oeganda zijn advertenties en rijen huizen in de kleuren van een verf- of telefoonmerk niet ongezellig. De publieke ruimte is weinig esthetisch van zichzelf.

Charmant is de straat in Afrika wel. Langs de weg borrelt heel ontspannen de bedrijvigheid van een slenterende eenmanszaak: zwarte nepleren herenschoenen op een matje, een man met telefoonopladers als cobra’s om zijn nek. Een ander zwaait met tennisrackets om muggen te elektrocuteren. Een moeder met op haar rug een baby verkoopt bananen uit de mand op haar hoofd.

Daarachter liggen winkels, soms niet groter dan een wc. Ze verkopen stof met Afrikaanse prints, voorkanten van mobieltjes, dvd’s, koekjes of er hangen halve koeien aan een haak. Tegen de avond ontsteken ze kaarsen en petroleumlampen. Sluitingstijd bestaat niet. De verkoper pakt zijn waar in als de laatste klant is gaan slapen.

De hardware van de straat, daarentegen, is eentonig en weinig fraai. Langs doorgangswegen staan overal dezelfde gebouwen, model ‘trading centre’. Op het eerste gezicht is het een Western Saloon: een vierkant front met trapgevel dat afloopt naar achter, halverwege de voorgevel een afdakje met daarachter twee poorten die uitkomen op meestal maar één ruimte: de winkel waarin menig eigenaar woont.

Zouden bedrijven ze niet strak in de verf zetten, waren die winkelhuizen grauw van aangestreken cement. Lang leve de verfbus dus. Alleen is kortgeleden een tipping point gepasseerd. In de big business van mobiele telefonie, voldoet de charme van de handgeschilderde advertentie niet meer. Doeken van 20 bij 40 meter pakken met de consument de stad in. Ik mis de koffiefabriek.

**
De koffiefabriek verscheen in Internationale Samenwerking van november 2008

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *