Rabobank ondersteunt, bij wijze van ‘commerciële’ ontwikkelingshulp, banken in derdewereldlanden. Zoals BPR, de grootste bank van Rwanda, waar een Rabo-man de leiding kreeg.
Het was nooit de bedoeling om meteen winst te maken. Directeur Ben Kalkman van de Banque Populaire du Rwanda (BPR) verontschuldigt zich voor de 3 miljoen euro die BPR verdiende in de eerste zes maanden dat de Nederlandse Rabobank de bank bestierde.
Om de grootste bank van Rwanda weer levensvatbaar te maken, nam de Rabobank in juni 2008 een belang van 35 procent in de BPR. Die wankelde sinds de genocide in 1994. Toen het land politiek, moreel en economisch werd geruïneerd, raakte de bank veel klanten en personeel kwijt. Het gros van het bankpersoneel was na de massaslachting verdwenen – vermoord of opgepakt op verdenking van genocide. Er was geen expertise meer, geen structuur en nieuw personeel had weinig verstand van bankieren. Zelfs veertien jaar na de genocide dreigden de zelfstandige coöperaties die bij de BPR zijn aangesloten om te vallen.
BPR is met 180 kantoren de grootste bank van het land. Met 1.500 werknemers is ze ook de grootste werkgever in de private sector. Bovendien geldt ze als systeembank die cruciaal is voor het financiële verkeer in Rwanda. De regering kon haar simpelweg niet laten omvallen.
De bank redden kon ze echter ook niet. Via de International Finance Corporation van de Wereldbank trok de Rwandese overheid de Rabobank aan. Daar begon de eerder deze week teruggetreden bestuursvoorzitter Bert Heemskerk vier jaar geleden met ‘duurzame commerciële ontwikkelingshulp’. Rabo Development, het Rabo-onderdeel dat zich hiermee bezighoudt, neemt minderheidsbelangen in banken met een agrarische achtergrond verspreid over de wereld.
Rabobank helpt ze om volwaardige, financieel stabiele banken te worden. De bank zet eigen mensen in het bestuur. Kalkman: „We nemen het management over, we trainen lokale bankiers en we herstructureren de activiteiten van de banken.” Rabo Development is al aan het werk in China, Paraguay, Zambia, Tanzania en Mozambique.
In Utrecht werd welwillend gereageerd op het verzoek van de Rwandese regering in Kigali, volgens Kalkman mede omdat BPR en Rabo dezelfde type banken zijn: ze zijn allebei van oorsprong coöperaties van boerenleenbanken.
Nadat de 120 coöperaties van BPR begin vorig jaar opgingen in één bank, kocht Rabobank zijn minderheidsbelang en zette ze een team met managers en technische experts in Kigali neer. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken gaf BPR 3 miljoen euro subsidie voor drie jaar. Daarvoor wordt onder meer ‘technische assistentie’ ingekocht bij de internationale adviestak van Rabobank.
Intussen voert Kalkman een westerse manier van bankieren in. Zo had de bank maar twee producten: betaalrekeningen en leningen. Alle leningen waren even duur, ongeacht de looptijd.
De nieuwe directeur van BPR begon met het uitbreiden van het productaanbod van de bank. Er zijn nu verschillende soorten spaarrekeningen, deposito’s en kredieten, variërend van consumptieve kredieten tot hypotheken. Nieuw zijn ook de zogeheten ‘programmaleningen’. Dat zijn leningen met een ontwikkelingsdoel, bijvoorbeeld voor kleine boeren. BPR biedt ook gender loans. Een vrouwelijke ondernemer wordt daarmee geholpen bij het maken van haar bedrijfsplan en krijgt een krediet op ‘zachtere’ voorwaarden.
Een volgende stap was het professionaliseren van de kredietverlening. Veel leningen werden niet terugbetaald en de bank zat met talrijke ‘dubieuze debiteuren’. Veel leningen waren door vrienden aan vrienden verstrekt – over terugbetalen werd nooit gesproken. Nu wordt een kredietaanvraag beoordeeld door een ander dan degene die het krediet verstrekt. De functies zijn gescheiden en er zijn controlemechanismen ingevoerd. Incompetent en frauderend personeel is ontslagen. Kalkman probeert zijn overwegend jonge werknemers klantvriendelijker te maken. „Ik wil dat we trots zijn op onze bank.”
Voor Rabobank is de verbintenis met de BPR voor de lange termijn. „Wij doen geen hit-and-run-investeringen.” Winstmaximalisatie is niet het doel, al is de motivatie wel degelijk een commerciële, zegt Kalkman: „We streven naar een stabiele, gezonde winstontwikkeling.” Dat de bank in een half jaar tijd van een half miljoen euro in de min naar 3 miljoen winst ging, is meer dan hij had verwacht.
Maar dividend keert BPR voorlopig nog niet uit. „We moeten eerst nieuwe computers kopen.”