Voor een land waarin de wens om immigratie te stoppen de inzet én uitkomst van de verkiezingen was, zou het aardig zijn toch even voorbij Winschoten, Ter Apel of Denekamp te kijken. Vanaf daar zullen straks, zodra Poetin de oorlog wint, miljoenen Oekraïners naar West-Europa rijden. Maar de Tweede Kamer weigerde half december extra steun voor Oekraïne, totdat Mark Rutte dreigde op te stappen.
Die vluchtelingenstroom is natuurlijk bijzaak in het grotere geheel der dingen. In Europa zit een dictator, gewelddadiger en wreder dan we in tachtig jaar hebben gezien, onwrikbaar in zijn zadel. Het is bovendien dik aan tussen Poetin en de Noord-Koreaanse Kim Jong-un. Hun bromance voorziet Rusland van lanceersystemen en raketten die rond Oudjaar als dodelijk vuurwerk op Oekraïne neerkwamen. Poetin schroeft Ruslands militaire uitgaven met 70 procent op. Maar als je afgaat op de verkiezingsdebatten, interesseerden Nederlandse kiezers zich niet voor wat er achter de eigen landsgrenzen speelt. Europa in de fik, check. Zorg dat we er geen last van hebben.
Iets anders verwacht je van Britten – opgetrokken uit tradities en Winston Churchill. Maar diens verre opvolger Rishi Sunak zweeg in zijn nieuwjaarsboodschap over de oorlog. Emmanuel Macron sprak wel mooie woorden over de ‘herbewapening van de Europese soevereiniteit’, maar voor vurige oproepen om Oekraïne de hoognodige munitie te sturen, moeten we naar Ruslands Europese buren.
Zoals Estland, piepklein en doelwit van Poetin. De Estse president stelde op Oudejaarsavond zijn angstige volk gerust: ‘Aangezien we lid zijn van de Navo, durft de vijand ons niet aan te vallen. (…) Ik wens u meer zelfvertrouwen.’ En Ingrida Šimonyt, de premier van Litouwen, adresseerde haar burgers drie weken terug in een lange toespraak. Ze riep het land op tot een nog grotere inspanning voor zijn defensie. De Finse president riep Europa op: ‘Word wakker!’
En Denemarken dan, het land dat een gidsland lijkt zoals Nederland wilde zijn? Het overtroefde andere naties met de aanpak van corona en het zorgstelsel. In de Tweede Wereldoorlog bleef in Denemarken 90 procent van de Joodse bevolking in leven. Niemand sprak zoals de Deense premier Mette Frederiksen: ‘Oekraïne heeft munitie nodig en Europa heeft niet geleverd wat nodig is. (…) De oorlog in Oekraïne is ook een oorlog voor het Europa zoals wij dat kennen.’
Misschien dat Nederland zich liever ongezien of onuitgesproken in een internationaal conflict mengt. De sabotage van het Iraanse nucleaire programma door de Nederlandse AIVD-agent, zoals gisteren beschreven in deze krant, was uiterst geheim. Zo geheim dat zelfs premier Jan Peter Balkenende en de minister van Defensie van niets wisten. Of zoals Nederland in 2003 rugdekking gaf aan de Amerikaanse invasie in Irak – op basis van nooit getoond bewijs dat Saddam Hoessein beschikte over massavernietigingswapens.
In elk geval toonde demissionair premier Rutte, immer flexibel, een stalen ruggengraat toen het ging om het extra Europese steunpakket van 17 miljard euro voor Oekraïne. Hij dreigde met het hele kabinet op te stappen als het parlement geen goedkeuring gaf.
In de Financial Times schreef de Britse historicus Timothy Garton Ash: ‘Als het gaat over leiderschap in tijden van oorlog, halen mensen altijd Winston Churchill aan: ‘Ik heb niet meer te bieden dan bloed, zwoegen, tranen en zweet.’ Maar in dit geval komen het bloed, zweet en tranen geheel voor rekening van de Oekraïners.’
Bondskanselier Olaf Scholz, al anderhalf jaar aarzelend over het bewapenen van Oekraïne, heeft de boodschap begrepen. Gisteren riep hij alle EU-staten op veel meer wapens naar Oekraïne te sturen. Eind december verdubbelde Duitsland zijn wapensteun.
Als afsluiting van deze parade van grote namen, Albert Einstein: ‘De wereld zal niet worden vernietigd door hen die kwaad doen, maar door hen die toekijken.’ Einsteins hen, dat zijn wij. Al was het maar om een miljoenenstroom vluchtelingen te voorkomen, maak meer wapens. Stúúr meer wapens.