Bestuursschaamte dekt een lading groter dan Gronings gas

27 februari 2023

Bestuursschaamte. Het woord dat premier Rutte gebruikte in reactie op de parlementaire gasenquête is fonkelnieuw. Mooi woord, met die dubbele uu, ss, aa, en het kolkt van betekenis. Want ‘bestuursschaamte’ dekt een lading groter dan Gronings gas. Op steeds meer departementen ziet het bestuur reden zich te schamen voor jaren nalatig falen. Bestuursschaamte kan een signaalwoord zijn van de ommekeer.

Maar eerst even de taal ontleed. Het woord ‘bestuur’ is al jaren uit de mode. Eind jaren tachtig werd bedrijfskunde de bom en bestuurskunde muf. Bedrijfskunde, bedrijfseconomie, daaraan kleefde de gouden gloed van de London City en Manhattan.

Bij bedrijfskunde zaten de vlotte ballen, bij bestuurskunde toekomstige ambtenaren, de beroepsgroep die zo vaak belachelijk werd gemaakt, dat ze uit voorzorg zichzelf ging bespotten. Totdat het neoliberale denken ook de ambtenarij greep en het publiek belang steeds minder pleitbezorgers overhield.

De enquêtecommissie stelde vast dat topambtenaren van Economische Zaken stelselmatig de Groningse burgers ondergeschikt maakten aan de financiële belangen van de staat en betrokken multinationals. Opeenvolgende ministers werden niet geïnformeerd over alternatieven waarmee de gaswinning na de zwaarste beving kon worden gehalveerd. ‘Er was een grote mate van autonomie bij de ambtenaren’, zei commissievoorzitter Tom van der Lee.

Nu wordt de bestuursschaamte gevoeld bij de overheid, nog niet bij Shell en ExxonMobil. In plaats van gedupeerde Groningers te vergoeden, eisen de multinationals compensatie voor gas dat ze niet meer kunnen winnen. Zolang openbaar bestuur verknoopt is met aandeelhouderswaarde, blijft publiek belang ondergeschikt aan winst.

Dan de schaamte. Want wat doet schaamte met de bestuurder? Of verwijst de premier naar een bezield systeem – het bestuur – dat schaamte kent? En levert bestuursschaamte eigenlijk wat op?

In de psychologie gaat schaamte over iets dat je als persoon, als karakter, fout hebt gedaan. Schaamte maakt dat mensen zich houden aan culturele normen en zich gedragen als sociale wezens. Een logische reactie bij schaamte is de misstap toedekken. Schuld, daarentegen, gaat over een verkeerde daad, een gemaakte fout. Een fout is te herstellen. Schaamte moet je overwinnen.

Een fundamenteel onderscheid tussen schuldcultuur en schaamtecultuur werd door de Amerikaanse sociologe Ruth Benedict gemaakt. Grof gezegd is in westerse landen de schuldcultuur dominant. Daardoor voelt degene die een norm overtreedt, zich persoonlijk schuldig. De fout toegeven, de waarheid spreken (vooral dat!) en de fout herstellen, heft de schuld op.

De meeste andere culturen draaien om eer en schaamte. In die schaamtecultuur weegt reputatie voor de buitenwereld zwaarder dan de overtreding zelf.

Zo bezien is Ruttes taalvondst scherp als een stiletto. Zijn politieke stijl kan – in weerwil van onze protestantse volksaard – worden gelezen als uitdrukking van een politieke schaamtecultuur. Verantwoordelijkheid, schuldbesef en geweten zijn ondergeschikt aan uiterlijke schijn, openbare eer en de verhoudingen met de buitenwereld. In die schaamtecultuur worden fouten verdoezeld.

De Nieuwe Bestuurscultuur zou alleen betekenis hebben als ze begint met openheid. Met een normaal werkend geheugen en verantwoordelijkheid. Met, kortom, het voelen van bestuursschuld. En die fatsoenlijk inlossen.

Om falen en schuld te voorkomen moet het openbaar bestuur weer aantrekkelijk worden voor de slimsten, die afgelopen dertig jaar naar Shell en McKinsey gingen. De krachtige staat moet hen een goed salaris bieden, de interessantste complexe opdrachten, en natuurlijk de gouden gloed van aanzien, van eer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *