De draden die in een klein dorp een gemeenschap weven, breken langzaam af

28 december 2022

De huisarts van Wijnandsrade trekt morgenmiddag de deur van zijn praktijk voorgoed dicht. Daarna kunnen zijn patiënten niet meer in hun dorp naar de dokter. Vierendertig jaar zat hij aan de Oudenbosschtraat. Vroeger hoorde je in de wachtkamer het donderjagen van voetjes boven je hoofd. Op zolder zat lang geleden een peuterspeelzaal. Bij de ingang van de praktijk kon je rechtsaf naar het Groene Kruis, maar dat herinneren alleen de ouderen zich nog.

Zo verdwenen ook geruisloos de logopedist, de tandarts, een van twee fysiotherapeuten, de bakkerswagen en de benzinepomp bij de smidse. Een schok was de sluiting van de kleine buurtwinkel. De IFA verkocht steeds vaker alleen nog wat was vergeten in de grote supermarkt een dorp verderop; daar kan een kruidenier niet van leven. Maar wat is een dorp zonder winkeltje.

De Rabobank vertrok in 1997. Er kwam geen geldautomaat. De kapsalon van de familie Boermans was generaties lang de dorpspomp van de in 1980 bijna tweeduizend inwoners van Wijnandsrade. Ook wie niet geknipt werd, liep onder een swiebertjeklingel binnen voor het laatste nieuws. Toen de laatste Boermans de zaak sloot, was in een verbouwde garage een uitstekende nieuwe kapster begonnen, maar de levende gazet was weg.

De ernaast gelegen slagerij hield er in 1997 mee op. Het witte hoekpand met de grote winkelruit en hammen aan de haak was karakteristiek voor het dorp. Er hangen nu lamellen.

In het kleine Limburgse kerkdorp kwamen ook winkeliers langs de deur. De melkboer liet volle flessen achter in de mand bij de voordeur. De bakker hing het waldkornbrood in een zak aan de deurklink. De SRV-wagen en het IJspaleis reden door de straat, de loemeleboer (voddenman) liet luid weten dat hij er was. Helemaal uit Roermond kwam naar ons schoolplein de Bibliobus. Daarmee was donderdag mijn mooiste dag van de week. Ergens eind vorige eeuw bleef ook de Bibliobus weg.

Van de 26 verenigingen uit 1973 is de helft over. De postduivenvereniging en de lokale afdeling van de mijnwerkersbond doofden met de kompels uit. Maar ook de trimsociëteit, de volleybalvereniging, de schietvereniging, het majorettenkorps en het drumkorps, een kegelclub, de gymnastiekvereniging, de judoclub, de foto-en filmclub en de vereniging voor jonge boeren verdwenen.

Vaak wordt gewezen op minder subsidies, er is ook minder animo voor verenigingswerk. Toen na veertig edities en 400 duizend bezoekers de voorzitter van het jaarlijkse cultuurfestival op kasteel Wijnandsrade een opvolger zocht, meldde zich niemand. Een van de 150 vrijwilligers was in tranen. Het waren altijd zulke geweldige dagen geweest.

De basisschool is open dankzij leerlingen uit andere dorpen. Die komen omdat de school zo goed staat aangeschreven. Met alleen kinderen uit het eigen dorp zou de school dicht moeten. Daarmee blijft een van de laatste productieplaatsen voor sociaal kapitaal nog even gespaard. De kerk, eeuwenlang het hart van de gemeenschap, is een schim van wat ze was. Van de zes cafés in 1973 zijn er nog twee open. De sportclubs die door de week de zaal en de bar van het gemeenschapshuis vulden, trainen liever in de grote sporthal een paar kilometer verderop.

De draden die in een dorp een gemeenschap weven, breken zo langzaam af. En voor wie geen auto heeft, ook de lijnen met buiten. De rechtstreekse busverbinding met Heerlen is opgeheven. Wel rijdt elk uur een busje naar het volgende dorp, waar de trein naar Heerlen stopt. Vanaf daar kunnen de mensen van Wijnandsrade lopen naar de bank, de winkel, de tandarts en, vanaf maandag, naar de dokter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *