De heilige Johan spaart niemand – maar als zijn kruistocht de natuur helpt, redt hij uiteindelijk iedereen

5 oktober 2022

Toen het woensdagmiddag eindelijk zover was, de lucht hoogzwanger van verwachtingen, na onvermijdelijk lekken en voorbeschouwingen alsof het Nederlands elftal ging spelen, stond daar Johan Remkes de Verlosser – geen grote woorden, het hoofd gebogen – het land bij elkaar te houden.

Niet door de boel op te fleuren. ‘Ik heb niet de illusie dat dit verhaal tot grote vreugde zal leiden bij de overheid, natuurorganisaties of boeren.’ En zelf had hij zich ook een ander proces voorgesteld, zei hij met gevoel voor understatement, want zijn twee staken van benen bleken aan weerszijden van een rap wijkende kloof de laatste schakel tussen de boeren en de overheid.

En precies daar deed de heilige Johan waarvoor premier Rutte hem nog een allerlaatste keer had aangeroepen. Hij voerde actieboeren terug binnen de grenzen van de rechtsstaat. Want Remkes kan wat veel bestuurders zijn verleerd: praten in de taal van de straat. Bovendien groeide hij te midden van boeren op in een klein Gronings dorp. Hij voelt, om met Bill Clinton te spreken, hun pijn.

De presentatie van zijn rapport Wat wel kan was een poging de boeren hun waardigheid terug te geven. Oprecht klonk zijn respect voor de boer die is gemangeld tussen het zwabberbeleid van afgeschafte melkquota en fosfaatreductie, en die wordt uitgeknepen door ’s lands boerenbank, veevoerbedrijven, kunstmestfabrikanten en vraatzuchtige supermarktketens die van elke liter melk de winst afromen. Bij zijn ontmoetingen zag hij de paniek van kleine boeren, en je kon horen hoe dat hem had aangegrepen.

Tegelijkertijd stond daar Remkes de Rots. In 2020 presenteerde hij al een stikstofrapport: Niet alles kan overal (er is onmiskenbaar sprake van een oeuvre), en aan de alarmerende conclusies van toen doet hij nu weinig af. Natuurgebieden gaan kapot aan veel te veel stikstof. Daar moet onmiddellijk iets aan gebeuren.

Zo haalt hij de natuurorganisaties naar zich toe. Tegelijkertijd neemt hij de VVD mee door telkens te herhalen: Nederland moet van het slot. Want Nederland moet kunnen bouwen. De sleutel heet natuurherstel, oftewel: fors minder stikstof.

Zoals Remkes de twee van elkaar wegdrijvende werelden met olympisch machtsvertoon bijeentrekt, is lesmateriaal voor het openbaar bestuur. Compassie voor de boeren paart hij aan onverbiddelijkheid in stikstofreductie. De militantste boeren dreigen al met actie, maar Remkes was ze voor met een waarschuwing: ‘Dat zal leiden tot minder in plaats van meer perspectief.’

Remkes stelt harde eisen, 2030 blijft het streefjaar, maar hij levert ook een klein ventieltje: mocht het ergens iemand net niet helemaal lukken, dan valt er te praten over een jaartje extra. En daar kan CDA-leider Wopke Hoekstra dan weer een overwinning uit fabriceren. Ook voor boeren die eerder onterecht stikstofruimte kregen, is er genade. En Remkes beweegt fors mee door de onmisbare maar gehate kritische depositiewaarde ‘niet heilig’ te verklaren, maar stelt tegelijkertijd dat uitstoot van boeren wel onafhankelijk moet worden gemeten in plaats van afgeleid van wat er zoal in de stal gebeurt. Zo spaart de heilige Johan niemand, en, mocht zijn kruistocht de natuur helpen, uiteindelijk iedereen.

Voor zijn opdrachtgever, de regering, niets dan verwijten. Zwalken, dralen en bij gebrek aan visie telkens weer de laffe gang naar de rechter. Of Remkes’ rapport daadwerkelijk verlossing brengt voor zwaar aangetaste ecosystemen, zal ook hij moeten afwachten. Na de plannen komt de uitvoering. En als geen ander weet Remkes dat ze daarbij nog wel een heiland kunnen gebruiken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *