Een formatie zonder het staatshoofd lijkt op een risicoduel zonder scheidsrechter

De belangrijkste informatie in het verslag van informateur Plasterk staat niet in inkt gedrukt. Die is te lezen tussen de regels door. De informateur stelt vast dat de vier partijen op 10 januari overeenstemming bereikten over Grondwet en democratie. De NSC-fractie voegt daaraan toe: ‘Gelet op uitspraken in het verleden en standpunten in het verkiezingsprogramma van de PVV, is en blijft de rechtsstatelijke afstand te groot voor deelname aan een kabinet.’ Daar gaapt een kloof, en daaruit stijgt de geur op van achterdocht en gesar.

Hier staat tussen de regels dat Pieter Omtzigt zich achteraf voor zijn kop slaat dat hij op 10 januari instemde met de tekst over de Grondwet. Daarmee ging hij automatisch naar fase 2, het op grote lijnen spreken over inhoudelijke onderwerpen. Vervolgens ging het mis. Wilders, die hem eerder ‘katholieke gluiperd’ noemde, zal zich groen en geel hebben geërgerd aan de details waar Omtzigt naar bleef vragen, en kreeg Van der Plas en Yesilgöz aan zijn zijde. Waarop Omtzigt weer eens alleen stond.

Met het fragmenteren en polariseren van het politieke speelveld, wordt het steeds lastiger een stabiele regering te vormen. De laatste twee formaties waren de langste uit de geschiedenis. Dus, zou je zeggen, zoek voor een formatie de meest ervaren krachten en ondersteun ze met alle beschikbare kennis. Helaas. Het nieuwe landsbestuur is afhankelijk van mensen die – op één secondant na – op een maiden voyage zijn.

Triomfantelijk was de sfeer toen in 2012 een coalitie van PvdA, GroenLinks, D66, SP en PVV het staatshoofd ontsloeg van zijn rol in de kabinetsformatie. Je hoeft geen royalist te zijn om te zien dat daarmee essentiële functies als een oude winterjas zijn afgedankt: weg was het institutioneel geheugen, weg de ervaringskennis én weg de neutrale blik op het algemeen belang. In 1994 mislukte de formatie, totdat koningin Beatrix Wim Kok vroeg een concept-regeerakkoord te schrijven. Kort daarna stond het eerste paarse kabinet op het bordes.

Het gaat daarbij niet zozeer om de man of vrouw op de troon. De vorst is slechts arbiter in het veld. In de coulissen zit een team videoscheidsrechters en zwaargewichten die de staatsrechtelijke orde kent en de koning adviseert. Juist de linkse partijen hadden moeten weten dat handhaving van de regels in de eerste plaats de zwaksten dient. In de politiek is dat: de kleinere partijen (en dat zijn nu de meeste) en minderheden. In een politiek rechts land als Nederland is links al lang in de minderheid.

Om in voetbaltermen te blijven: nu laten we een risicowedstrijd om de beker spelen zonder scheidsrechter. Als het gaat om formeren, is de informateur even onervaren als de vier partijleiders en de Kamervoorzitter. Dat wreekt zich. NRC meldde dat aan de onderhandelingstafel de gesprekken waren verzand. Het ging te traag, met lange discussies en weinig sturing. Omtzigt, die voor alle mogelijke kabinetten de dealmaker is, speelde rommelig en met onnodig balverlies. Want waarom opstappen over weinig opzienbarende cijfers als hij de meloen – het onderhandelen over Grondwet en rechtsstaat – al zou hebben doorgeslikt? Toen die meloen hem alsnog opstootte, meldde hij zich met een appje af.

Intussen zijn we 83 dagen onderweg. Zoals de informateur opmerkt: niet alle partijen kunnen gedogen. En dus moet Yesilgöz de gevolgen dragen van haar besluit de deur open te zetten naar de PVV. Dat is hoe dan ook: terugkeren van eerdere posities. Een brede coalitie met ook GroenLinks-PvdA? Of toch in een kabinet met BBB en PVV? Met het redelijke midden wagenwijd open.