Elke partij zou haar programma moeten onderwerpen aan de Suykertest

18 september 2023

Nadat minister Kaag haar Miljoenennota aan de Kamer heeft aangeboden, barst morgen met de Algemene Beschouwingen de verkiezingscampagne los. Terwijl de fractieleiders debatteren over de begroting van Kaag, produceren hun partijen in moordtempo eigen cijfers bij hun verkiezingsprogramma.

Partijen die hun plannen niet meer willen laten doorrekenen, lozen kostbaar politiek kapitaal. De doorrekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) genereren namelijk een onmisbare objectiviteit. Alleen daarmee zijn de voorstellen van partijen enigszins vergelijkbaar. Voor de verkiezingsstrijd werkt dat als een zuiveringstablet in troebel water. Ineens wordt het sop helder, je weet wat je ziet.

Natuurlijk is er ook reden om de CPB-cijfers kritisch te bekijken. De modellen versimpelen de werkelijkheid, en voorspellen kunnen ze niet echt. Een ander bezwaar komt van de SP en de Partij voor de Dieren: de modellen zijn gebouwd op een normatieve opvatting van de samenleving, bijvoorbeeld: economische groei is goed. Aan herstel van biodiversiteit, of investeringen in onderwijs kennen ze geen waarde toe; volgens het model zijn dat kosten. Intussen past het CPB zijn modellen voortdurend aan, en is het bezig te leren rekenen met ‘brede welvaart’ – anders dan puur financieel-economische.

Voor Pieter Omtzigt kwamen de verkiezingen te vroeg, al waarschuwt ook hij voor de doorrekening. De partij met een slimmerik die de modellen snapt, kan goochelen met cijfers en presenteert een CPB-rapport dat iets te gunstig afsteekt bij de rest. Maar nog steeds is de gecertificeerde objectiviteit beter dan politieke luchtfietserij. Want feitenvrije valse beloftes zijn een vuur waar de verweesde kiezer zich aan kan warmen.

Daar komt bij dat de miljoenennota vandaag in een ander daglicht staat dan toen Rutte IV het bordes beklom. Destijds was de inflatie bescheiden en de rente historisch laag. Geld leek gratis en het nieuwe kabinet trok 60 miljard uit voor klimaatmaatregelen en een stikstoffonds. Intussen is de ECB-rente met 4 procent op recordhoogte, stijgen de rentelasten en dringt zich de vraag op of het begrotingsbeleid van minister Kaag van Financiën nog wel zo prudent is.

Een club hoge ambtenaren uit zeven ministeries aangevuld met economen van De Nederlandsche Bank en het CPB adviseert bij verkiezingen traditiegetrouw over begrotingspolitiek. Deze Studiegroep Begrotingsruimte zegt dat Rutte IV te kwistig was. Het nieuwe kabinet wacht een gat van 17 miljard. Het begrotingstekort (nu 1,6 procent) zou in 2028 de Europese norm overschrijden en uitkomen op bijna 4 procent. Zeker bij een oververhitte economie en krappe arbeidsmarkt is het onverstandig om problemen te bestrijden met karrevrachten geld. De systeemverandering waar miljardensubsidies voor zijn beloofd, kan worden bereikt met scherpere normen, en door externe kosten zoals de CO2-uitstoot te beprijzen. Precies wat het nieuwe WRR-Rapport Goede Zaken adviseert. Normeren en beprijzen is goedkoper, eerlijker en meestal effectiever dan subsidies.

Met de overheidsfinanciën in het rood, wil je de gevolgen van verkiezingsprogramma’s kennen. Het gevaar van factfree-politics is groot. Maar dan hebben de weigerpartijen buiten Wim Suyker gerekend. De man die decennia de grote rekenmeester was van het CPB, is twee jaar na zijn pensioen de plannen van onwillige partijen aan het doorlichten. BBB was als eerste aan de beurt. Suyker stelt in een keurig rapportje dat BBB überhaupt geen budgettaire paragraaf heeft en ook niets zegt over het aanstaand begrotingstekort. Terwijl met haar programma het tekort 7 miljard hoger uitvalt. Suyker is voorzichtig. Veel BBB-maatregelen zijn onvoldoende precies voor zijn analyse, al is duidelijk dat ze het tekort zullen opstuwen. Het is wachten op de Suykertest van andere CPB-mijders.