Er is geen reden tot paniek, maar intussen regent het virusbommen van dode vogels

24 april 2023

De geschiedenis solt met de mens als een kat met een muis. De coronamaatregelen zijn nog maar net de deur uit, of de contouren van de volgende pandemie zijn zichtbaar. Over heel de wereld vallen zieke vogels uit de lucht. Van de 300 laatste Californische condors zijn er de afgelopen week twintig dood gevonden. In Senegal liggen gesneuvelde pelikanen, aalscholvers, meeuwen en sternen. De Nederlandse dierenambulance heeft moeite om hier alle kadavers te ruimen. Voor het eerst sterven ook in Zuid-Amerika vogels massaal aan H5N1, het vogelgriepvirus dat zo besmettelijk en vaak fataal is.

Van de 870 mensen bij wie H5N1 is vastgesteld, is meer dan de helft overleden, maar dat waren ‘individuele gevallen’. Dus gaat men over tot de orde van de dag. Dat is: steeds meer kippen fokken. Nederland heeft 18 miljoen mensen en 100 miljoen kippen. Het virus dat een massaslachting onder vogels aanricht, is ontstaan in de pluimvee-industrie. In 1996 werd H5N1 vastgesteld op een ganzenfarm in Guangdong. Het duurde 25 jaar tot het in december 2021 tot een grote uitbraak onder wilde vogels kwam. Elke keer dat die trekken, verspreiden ze de ziekte naar meeuwen, eenden, ganzen, en weer terug naar pluimveeboerderijen.

Op een symposium van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) benadrukten onderzoekers vorige week dat er geen reden is tot paniek. Om vervolgens een scenario te schetsen dat reden zou zijn voor paniek. Want het intussen wereldwijd verspreide virus besmet ook zoogdieren. Vossen, zwijnen, marters, ratten en muizen, otters, zeehonden, zeeleeuwen en dolfijnen worden ziek. Elk beest dat aan de kadavers van besmette vogels vreet, loopt grote kans op H5N1.

En meteen schakelen we een alarmfase hoger, met de grote virusuitbraak op een Spaanse nertsboerderij, eind januari. Daar ging de vogelgriep over van zoogdier op zoogdier, dus niet langer door maag en darm, maar via de luchtwegen. ‘Ongelooflijk verontrustend’, schreef Science.org, omdat het virus zich zo kan muteren en aanpassen aan zoogdieren.

De laatste stap die nodig is voordat H5N1 grootschalig mensen kan besmetten, is een varken. Hoogleraar virologie Ron Fouchier legde uit: varkens zijn mengvaten voor griepvirussen. Ze kunnen besmet raken met de varkensgriep, maar ook met menselijke griep en vogelgriep. Die laatste twee virussen tegelijk in één lichaam kan de cocktail zijn voor een nieuwe pandemie.

Het kan niet anders of iemand gaat ingrijpen, denk je dan. Het registreren en volgen van besmettingen en uitbraken is cruciaal, zeiden de onderzoekers. Helaas gaat het delen van gegevens over besmettingen wereldwijd nogal slecht. Het testen voor H5 is ook niet op orde.

Wilde vogels inenten is geen optie, maar voor pluimvee is er een vaccin. Alleen waagde de sector zich daar niet aan, omdat gevaccineerde beesten ongeschikt waren voor de export. Sinds kort kan in vogelvlees onderscheid worden gemaakt tussen sporen van vaccin en van ziekte. Ook een goed idee: het vaccineren van de pluimveehouders. Om te voorkomen dat zij zelf het mengvat worden, zouden ze de griepprik moeten krijgen.

Welke maatregel zouden de onderzoekers als eerste nemen? ‘Varkens!’ Het tegen vogelgriep beschermen van de ruim 11 miljoen Nederlandse varkens, zou ‘een paar ton’ kosten. Een schijntje, zou je denken, maar Marion Koopmans legde de ‘preventieparadox’ uit: zolang er niks aan de hand lijkt, komt dat bedrag er niet.

Intussen regent het virusbommen van dode vogels. Het oud-Hollands spreekwoord over een ezel en niet twee keer dezelfde steen, gaat misschien alleen op voor ezels.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *