18 april 2023
Het belegerde land hangt aan een druppelinfuus. Er komen net genoeg granaten binnen om niet te worden vermorzeld. Elke dag sterven jongens van 20, jonge vaders, en vaders van jongens van 20 omdat ze slecht getraind en slecht bewapend zijn. Hoe president Volodymyr Zelensky ook bedelt en smeekt, Oekraïne krijgt niet genoeg materieel. Niemand legt een grote bazooka op tafel.
Het is precies waar Zelensky vanaf dag één bang voor is geweest: zodra zijn bondgenoten wennen aan het idee van oorlog in Europa, neemt de hulp af en begint voor Oekraïne het vervagen – weg van westerse voorpagina’s en vlaggemasten, lager op de agenda, uitgewist op eigen grondgebied.
Onlangs besloten de EU-landen gezamenlijk munitie voor Oekraïne te gaan kopen. Zelfs toen iedereen was doordrongen van de urgentie, werd nog lang vergaderd. Frankrijk wilde artilleriegranaten kopen bij uitsluitend Europese bedrijven, terwijl minister Ollongren aandrong op vooral snelheid. Een miljoen granaten per jaar was de uitkomst. Het werd een historisch besluit genoemd, maar de Süddeutsche Zeitung maakte snel een rekensom: dat zijn 83 duizend granaten per maand, Oekraïne schiet er gemiddeld 150 duizend per maand af en dat is al bij lange na niet genoeg om de Russische aanvallen te pareren.
Over wat er op het spel staat, lijken Europese leiders eensgezind (op Hongarije en kandidaat-EU-lid Servië na). Een Russische overwinning brengt een nietsontziende dictator aan de EU-grens en laat de Russische president Poetin en zijn Chinese ambtsgenoot Xi zien dat invasie loont. Daarmee verliest de vrije wereld veel meer dan grondgebied; de vrije wereld als overtuiging krimpt. De Baltische staten en Taiwan weten hoe laat het is.
Over die dreiging klinken genoeg grote woorden, maar daden blijven halfbakken. Eurocommissaris voor de interne markt Thierry Breton sprak begin maart over het opschalen van de Europese wapenindustrie naar het niveau van een oorlogseconomie, wat uitmondde in de belofte van een miljoen granaten. Intussen wordt de productie mondjesmaat opgevoerd.
Uiteindelijk is oorlog een strijd van de wil. Van een dominantie van wilskracht. Poetin zou de boodschap moeten krijgen dat de bondgenoten van Oekraïne alles zullen geven om hem te stoppen. Beter dan wie ook leest hij de tekenen. En die zeggen iets anders.
Toen in 2012 de euro in gevaar was, aarzelde de net aangetreden president van de Europese Centrale Bank (ECB) niet lang. Hij had aan drie woorden genoeg voor een ommekeer in de crisis: whatever it takes. Rode lijnen en taboes werden geslecht om de Europese economie te redden. Mario Draghi kwam met de ‘big bazooka’. Wat zegt het over ons dat we, om de vrije wereld te beschermen, niet opbrengen wat vanzelfsprekend was toen de economie in gevaar was?
De langeafstandsraketten waarmee Oekraïne Poetins leger een zware slag zou kunnen toebrengen, verkoopt Amerika liever aan Marokko dan ze aan Zelensky te geven. Geholpen door haantjesgedrag van de Franse president, die zegt geen vazal van Amerika te willen zijn, zal voor president Biden Europa steeds lichter kleuren op zijn geopolitieke landkaart. Prima, grand old Europe, los het zelf op dan.
Rusland is een jaar na de invasie ingesteld op een uitputtingsslag. Poetin krijgt wapens van Iraanse en Noord-Koreaanse vrienden. Zijn eigen land produceert ondanks de sancties munitie, en oppositieleider Navalny is bijna dood. Nog heel even, voordat de Russische luchtmacht vrij spel heeft. Wie benieuwd is hoe dat eruitziet, kijk naar Syrië. Europa zonder big bazooka krijgt de ruïnes van Aleppo.