Het enige dat niet is veranderd, is het onophoudelijke geweld tegen Congolese vrouwen

26 oktober 2021

Het ontzagwekkendst aan Denis Mukwege is dat hij al vijfentwintig jaar, elke dag opnieuw, de gevolgen van de ergst denkbare wreedheden op zijn behandeltafel krijgt – meisjes en vrouwen zo geweld­dadig verkracht dat ze van onder zijn geruïneerd, en dat de Congolese arts daar niet apathisch, wraakzuchtig of cynisch van is geworden.

Elf jaar geleden was ik een week in zijn Panzi Hospital in Bukavu. Ik zag hoe hij een van zijn twintigduizend patiënten terugkreeg. Nadat Mukwege haar vier jaar eerder opereerde aan haar verwondingen, baarde ze het kind van haar verkrachter. Panzi’s psychologen hielden de vrouw maandenlang in de kliniek, totdat zij haar dochter accepteerde. Nu waren ze terug. Moeder en kleuter. Allebei ernstig vaginaal verwond, allebei hiv-besmet. De rijzige man met het vierkante hoofd liet zijn tranen lopen.

Over zijn leven als gynaecoloog en mensenrechtenactivist schreef Mukwege een boek dat deze week in het Nederlands verscheen: De kracht van vrouwen. Ons weerzien was snel klaar geweest als het gesprek een louter journalistiek doel had gehad. Eén ding begrijp ik niet, zei ik hem. Als ik uw boek lees, lijkt het geschreven in 2010. Mukwege sloot even de ogen. ‘Er is helemaal niks veranderd.’

Maar dat klopt natuurlijk niet. Er is in die elf jaar het nodige veranderd. Mukwege ontving zowat alle grote mensenrechtenprijzen, in 2018 de Nobelprijs voor de Vrede. Naarmate zijn kliniek meer artsen had, kon hij vaker op reis. De hele wereld over, op zoek naar steun voor de Congolese vrouwen. Hij sprak tot de Verenigde Naties, het Europees Parlement en talloze nationale parlementen.

Intussen breidde in zijn land verkrachting zich uit als een besmettelijk virus. Waren het voorheen alleen militairen en gewapende rebellen die zich aan vrouwen vergrepen, tegenwoordig is elke geslachtsrijpe jongen een mogelijke verkrachter. Beveiligers van goud-, tin-, kobalt-, of coltanmijnen (Congo is vervloekt met een bodem vol kostbare mineralen en een falende staat) krijgen in plaats van salaris een machinegeweer. Hun vergoeding kunnen ze halen bij burgers; met rooftochten en gewelddadig seksueel genot.

In die elf jaar kwam de wereld te weten wat zich in Oost-Congo afspeelt. Zo ook dat onze mobieltjes en elektrische auto’s vol coltan en lithium druipen van het bloed. Het leidde er vooral toe dat nu ook het leven van Denis Mukwege gevaar loopt. In 2012 overleefde hij in Bukavu een aanslag op zijn leven. Zijn dochters waren uren in hun huis gegijzeld, zijn goede vriend en huisbewaarder Joseph werd doodgeschoten. Mukwege, hij kan niet navertellen hoe, lag toen hij weer bij zijn positieven kwam naast Joseph op de grond, getraumatiseerd, ongedeerd.

De regering in Kinshasa was hem liever kwijt dan dat ze het lucratieve conflict stopte. Hetzelfde geldt voor buurlanden ­Oeganda en Rwanda. Sinds het uitbreken van de Congolese oorlog in 1996 roven zij er kostbare metalen. Rwanda, dat in eigen bodem zeer weinig tot geen mineralen heeft, was in 2013 ’s werelds grootste coltanproducent. De Rwanda Development Board meldt nu dat de goudexport flink is gestegen.

Begin dit jaar stelde de Europese Unie een wet in werking die lidstaten dwingt de herkomst van mineralen na te gaan. Die hobbel hebben de Congolese en Rwandese regering snel genomen. Kinshasa levert zijn buur voortaan documenten waarin staat dat Rwanda de grondstoffen legaal heeft verkregen.

Het enige dat niet is veranderd, is het onophoudelijk geweld tegen vrouwen. Vogelvrij zijn ze. De teller van Panzi staat op 70 duizend behandelde vrouwen. En dan weet Mukwege dat voor elk verkrachtingsslacht­offer met de moed zich te melden, er zo’n duizend zwijgen. Omdat bescherming door VN-troepen is mislukt, pleit Mukwege nu voor een Internationaal Strafhof voor Congo. Want opgeven zal hij nooit.

Zelf zegt hij dat het komt door de vrouwen. Dat hun moed en kracht hem motiveren, nee, dwingen door te gaan. Toen hij na de aanslag van 2012 met zijn gezin naar ­Boston vluchtte, waren het de vrouwen die hem terughaalden. De allerarmsten gingen geld inzamelen voor zijn ticket. Als menselijk schild stonden ze om zijn ziekenhuis. Alles, als papá maar terugkwam. Hij beantwoordde hun smeekbede. En zo is Denis Mukwege met zijn ziekenhuis in een omgeving die wreedheid en onverschilligheid voortbrengt, een oase van liefde.