Hun vaders, grootvaders en overgrootvaders waren boer in de natuur, geen pion in een kil industrieel proces

19 juni 2023

Vandaag is de hom-of-kuit-ontknoping van het Landbouwakkoord, maar voor de onvermijdelijke hervorming van de industrielandbouw kan dat akkoord tussen kabinet en LTO maar beter een windei zijn.

Want het kabinet praat met een organisatie die inzet op behoud in plaats van verandering, onder politieke pressie van een boerenpartij opgericht om te behouden en niet om te veranderen. Wat wordt behouden, is het verdienmodel van de industriële landbouw: kunstmestbedrijven, veevoerfabrikanten, kalverslachters, zuivelmultinationals en producenten van pesticide en gentechzaden. Die agro-industrie eist maximale productie.

Boeren en burgers zijn de dupe. Burgers omdat hun grond, water en lucht de meeste vervuilde van Europa zijn. Omdat bossen aftakelen. De grutto wegkwijnt. En het een zomer zonder vlinders is (het aantal dagvlinders nam in honderd jaar met 84 procent af). En dan worden ook nog eens nauwelijks huizen gebouwd. Boeren – je zou het niet meteen zeggen – hebben evenmin belang bij de landbouwindustrie. Zij zijn gegijzelden van de multinationals.

Het verhaal is bekend; maximale productie dwong boeren tot megastallen vol koeien met postzakken van uiers die krachtvoer en medicijnen nodig hebben. Eindeloos gelazer met mest. Tonnen aan machines voor maaien, hooien, mesten. De megastallen lijken in niets op de kinderboerderij of het boeren in tv-series; het zijn fabriekshallen als voorportaal van het slachthuis. Boerderijen zonder land met beesten die ademen, eten, schijten, maar geen leven hebben.

Met de romantische beelden van het boerenleven verspreid door agro-industrie en BBB heeft het allemaal niks van doen. Net zomin met de andere sentimentele kaart: het boeren van vaders, grootvaders en overgrootvaders. Die waren boer in de natuur, geen pion in een kil industrieel proces.

Voor boeren en burgers is er mooi nieuws. De boer kan slim boeren, met gebruik van de krachten van de natuur – het complexe web van bodemleven vol schimmels, bacteriën en wormen – in plaats van die te doden, om daarna dure kunstmest te strooien. Zijn kosten dalen dramatisch als hij geen ontwormingsmiddelen, antibiotica, krachtvoer, kunstmest en pesticide hoeft te kopen. Dat is domme industrie versus kiene bedrijfsvoering. Dat laatste geeft de zo gewenste rust, zekerheid, en echte onafhankelijkheid.

Meer boeren houden minder koeien en worden fatsoenlijk betaald voor natuurbeheer. De burger krijgt schone lucht en schoon voedsel. Bioloog Thomas Oudman zet het bondig en compleet op een rijtje in Uit de shit, het net verschenen pamflet van de Correspondent.

Wat nodig is, is geen behoudend landbouwakkoord maar een transitieplan. De 24,3 miljard die klaarligt, zou de overheid moeten investeren in landbouw met behulp van de natuur. (In de huidige plannen gaat slechts 10 procent naar de overstap naar biologische landbouw.) Hoe sterk, vernuftig en veerkrachtig dat ecologisch systeem eigenlijk is, beginnen we nu pas te begrijpen. Maar dan moet het probleem bij de bron worden aangepakt.

Dat begint met een rigoureuze stap: draai de stikstofkraan zo goed als dicht. Verbied de import van krachtvoer en het gebruik van kunstmest. Oudman: ‘Wat je er niet in stopt, stoot je ook niet uit.’ En je pakt behalve het stikstofprobleem, ook die andere grote kwesties aan: CO2-uitstoot en gevaarlijke zoönosen als vogelgriep.

Het betekent het einde van landbouwbedrijven zonder land, zoals de varkenshouderijen. Daarna krijgen de andere boeren een lange tijd van wennen, leren en rustig uitvoeren.

De textielindustrie in Twente en Tilburg ging teloor. Limburgse mijnen en Amsterdamse scheepswerven, glasindustrie, Philips-fabrieken, suikerindustrie, vliegtuigbouwers en auto-industrie, allemaal werden ze gesloten omdat de tijden veranderen. Zo is de tijd van natuurvernietiging door industriële landbouw voorbij. De toekomst is aan echte boeren.