15 mei 2023
De pubers zitten graag op de wc. Uren zoet met de deur op slot. Nadat ik van buiten door het badkamerraam naar binnen had gegrijnsd en gewezen op de telefoon in hun hand, is nu altijd het gordijn dicht. Luik dicht. In bus, tram of trein kijkt ook niemand om zich heen. Er dwaalt zelden nog een blik over de velden. Laat staan dat onbekenden een gesprekje aanknopen. Zomaar met iemand praten? Awkward – om met de pubers te spreken. Nee, wij turen in ons scherm. Elke loze seconde de wereld op 6 inch.
Ik stootte mij weer aan dat rechthoekig universum, doordat NRC-journalist Arjen van Veelen in zijn boek Rotterdam, Een ode aan inefficiëntie een lelijk beeld in onze spiegel kerft. Het leven in de gedaante van een zeecontainer: efficiënt, nuttig en in dienst van materiële welvaart. Een wereldhaven waaruit de mens is weggerationaliseerd. Middenstand verdrongen door dozen langs hoofdwegen. Wezenloos trappende fietskoeriers met achterop consumptie in een doos. En vooral: het blokkenschema van de Google-agenda. Van Veelen sprak jonge mensen die zeiden: ‘Ik ben doodsbang voor witte blokken in mijn agenda.’ Want die staan voor tijdsverspilling.
Geen grotere zonde dan verspilling van tijd. Van Veelen schetst efficiëntie als de haast religieuze levensovertuiging in een seculier en schraal land: ‘Ik was zelf aan het verdozen, hoekiger aan het worden. Kribbig, intolerant en zakelijker. Ik had een Maasvlakte van mijn leven gemaakt. Alles wat niet direct de productie diende, werd geschrapt’, zei hij in De Ongelooflijke Podcast. Zelfs het denken werd efficiënt. Voor iedereen een hokje: Wappie, Teslarijder. Verenigingen of gemeenschappen zijn juist inefficiënt. Individualisering en efficiëntie zijn gezworen kameraden. Van de Rotterdammers zegt 46 procent zich eenzaam te voelen.
Door het blokkenschema aangevuurd raakt de mens opgejaagd en existentieel moe. Steeds meer jongeren zijn depressief, studenten burn-out, volwassenen alles tegelijk. De pubers ontsnappen aan die realiteit op de badkamer; in de nooit opdrogende cascade van filmpjes op Insta, TikTok en YouTube. En zijn zoals de junk die zijn geluk in het volgende shot heroïne zoekt: ontsnappen aan de drukte in een scherm dat nog meer prikkels door hun hersenen priemt.
Valt ze iets te verwijten? We vinden het onverantwoord kinderen te voeden uit de frituurpan. Precies dat laten we gaan als het hun hersens betreft: snelle kicks als cola en chips. Mijn voornemen schermgebruik met een app te reguleren is nog een voornemen. Zelf hang ik ook voortdurend in de netten van de efficiencysamenleving. Dit weekend liep ik 25 kilometer langs het water, in de zon tussen vogels, langs bootjes, surfers en een vuurtoren. Mijn reisgenoot had een horloge dat elk half uur tegen ons praatte: hij gaf tussentijden van onze loopsnelheid. Dat verleende de wandeling meteen de noodzaak van nut en optimalisatie.
Leegte is wat de hersenen willen, leegte en uitwasemen. Voor ons eigen geluk en dat van de mensen om ons heen, want overprikkeld en overspannen maakt moe, chagrijnig en ongelukkig. Daarom begrijp ik niets van de discussie over telefoons op school. Het is doodeenvoudig: ’s morgens gaan ze in een wandzak met vakjes, ’s middags komen ze er weer uit. Leerlingen die maar een week experimenteerden met geen telefoon op school, bleken zich gelukkiger en zelfverzekerder te voelen. Op de school van mijn puber is dit standaard praktijk, die ertoe leidt dat in de pauzes leerlingen met elkaar kaarten of praten. En dat zou wel eens best nuttig kunnen zijn.