In Hugo de Jonge komt het allemaal samen. In Hugo en zijn Masterplan

20 februari 2023

De Rijksbouwmeester en zijn voorgangers zullen opgetogen naar Hugo de Jonge hebben geluisterd, toen die in Buitenhof zijn Woningwet uiteenzette. Hij wil wat zij al vijftien jaar willen: dat Den Haag weer stevig de regie voert. ‘Gij zult bouwen’, zegt de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening tegen alle provincies en gemeenten. Bij weigering kan het Rijk het bestemmingsplan wijzigen, ook in Bloemendaal.

De nood is hoog en De Jonge wil snel veel huizen neerzetten; 40 procent voor de middengroepen, 30 procent sociale huur. ‘Nederland heeft een traditie in volkshuisvesting’, zei de bewindspersoon. Het ministerie van VROM is tien jaar terug triomfantelijk door de VVD opgedoekt. ‘Die traditie moeten we hernemen.’

Zo stuwt de nood zijn daadkracht, en zo stuwt diezelfde nood richting ramp. Want regie in de zin van dwang is één ding. Een goed doordacht masterplan waarmee Nederland voor een duurzame toekomst bouwt, is nog iets anders. Vijftien planloze jaren hebben een lelijk, verrommeld land vol datadozen opgeleverd, met een kakofonie aan crises.

De vraag ‘In wat voor land willen wij wonen?’ is in het tijdperk Rutte nooit gesteld. Minister De Jonge schetste voorbeeldig wat in managementjargon ‘een brandend platform’ heet, en voedt zo een breed gedeelde urgentie tot verandering. Maar waar het heen moet, daar informeerde de interviewer niet naar. En dus weten we niet wat De Jonge voor ogen staat.

Nederland is een van de dichtstbevolkste landen ter wereld. Omdat de helft van het grondoppervlak bestemd is voor landbouw, leven steeds meer mensen op een beperkt areaal. Bouwen is als een brandpunt waarin uiteenlopende maatschappelijke problemen samenkomen: stikstofvervuiling, mobiliteit, opwarming, waterproblemen (tekort in de zomer, teveel in andere seizoenen), schone energie, biodiversiteit, gezondheid en toenemende sociale ongelijkheid.

Een groots plan met een visie ís er. Voor hoe Nederland er over honderd jaar zou kunnen uitzien, ontwierpen onderzoekers van de universiteit van Wageningen een mooi en hoopvol toekomstbeeld.

Steden zijn in 2120 groen, gezond en aangenaam want klimaatbestendig. Daken en gevels zijn begroeid en koelend, overal stroomt water, vervoer is elektrisch. De landbouw is circulair met meer voedselbossen en meer voedselproductie in water. Natuur heeft de ruimte, biodiversiteit herstelt, rivierwater is vrij om te gaan en een dubbele rij dijken hoedt het land voor de zee. Huizen staan op hogere zandgronden. Ze hebben geen stroomrekening, grijs water in de wc en liggen in een fijne omgeving. Bouwmateriaal komt onder meer uit de verdubbelde hoeveelheid bossen. De veengronden in het Westen slaan CO2 op en produceren gewassen die worden gebruikt in de bouw.

De kennis en kunde voor groene steden is er ook. Zondag in Vroege Vogels toonde architect Tim Vermeend van Urban Climate Architects hoe zij bouwen van hout – nog zo’n Hollandse traditie. Uit voorgefreesde panelen maken ze huizen die geïsoleerd zijn met in Nederland verbouwd vlas. Zowel hout als vlas slaan COop (in het gebruikte materiaal en in jonge aanplant). Doordat de houtbouw geassembleerd wordt aangeleverd, kunnen doorsneebedrijven er prima mee werken. De bouwplaatsen van Vermeend ondervinden geen stikstofhinder, zelfs de hijskranen zijn elektrisch.

De hartekreet die Rijksbouwmeester Francesco Veenstra vorig jaar liet horen: denk nú na over hoe we over honderd jaar omgaan met energie, data, water, werk en vrije tijd. Waarmee hij de moed van Hugo de Jonge aanroept. Want ‘Gij zult bouwen’ is nog geen regie. En als gemeenten in het wilde weg huizen neerplempen, raakt een hoogwaardige leefomgeving voor alle Nederlanders verder uit zicht.

In bouwen komt alles samen. In Hugo de Jonge komt het allemaal samen. In Hugo en zijn Masterplan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *