Met opgeheven hoofd kon Mark Rutte gaan, een deuntje fluitend. ‘When I’m gone…’

10 juli 2023

De schaakgrootmeester van het Binnenhof wist een laatste keer iedereen te verrassen. Zijn vertrek was de zet die niemand zag aankomen. Vrijdag jubelde hij nog in zijn eigen toonsoort over toenemende verkiezingen: ‘Ik heb de energie en de ideeën!’ Maandagmorgen verkondigde Mark Rutte het einde van het tijdperk-Rutte.

Het vloeide misschien logisch voort uit zijn hoge inzet vorige week – zoals achteraf alles zich laat uitlezen, zelfs de aftocht van Mark Rutte. Toen speelde de VVD-leider gevaarlijk spel door de ChristenUnie te overvallen met een eis die voor de kleinste coalitiepartner onverteerbaar was. De grootmeester kende de posities, maar meende sneller dan de rest zijn stukken te kunnen ontwikkelen. Beter migratie als struikelblok dan straks stikstof. BBB en Omtzigt niet klaar voor verkiezingen. CDA en D66 in de touwen.

Maar toen bleek iedereen behalve Henk Kamp hem nihilistische machtspolitiek te verwijten. Grote dossiers die schreeuwen om een oplossing? Pech, de premier is demissionair en op campagne. ‘Hij is alleen gegaan voor zijn eigenbelang’, zei PvdA-leider Attje Kuiken in Nieuwsuur. ‘Hij moet plaatsmaken in het landsbelang.’ Rutte wilde het initiatief houden en speelde die laatste zet.

De premier met de feilloze antennes was hij, de onverwoestbaar opgetogen wheeler-dealer die in heikele dossiers bereid was meer te geven dan te nemen. Aardig, joviaal, ongrijpbaar en iedereen te snel af, hij overleefde altijd, desnoods ten koste van collega’s en coalitiepartners. Desnoods ten koste van dat kostbare kleinood, democratisch vertrouwen.

Zoals te veel uitzonderingen de regel slopen, zo maken te veel leugentjes de bestwil stuk. Zijn telkens vergeten, niet-weten en liegen schaadde het aanzien van de democratie. Nog nooit was het vertrouwen in regering en Tweede Kamer zo laag.

De bedrijfsmatige overheid die Ruud Lubbers in gang zette, kreeg onder Mark Rutte haar scherpe vorm. Iets is pas van waarde als het kan worden uitgedrukt in geld. Natuur en cultuur kwamen er bekaaid vanaf. Met de vrije markt en winstgevendheid van het bedrijfsleven als kompas, had Rutte weinig oog voor het functioneren van de staat. De overheid stond voor dwang en moest kleiner, met minder ministers, minder geld, minder ambitie. In het land leidde dat tot bestuurlijk leed (bij Belastingdienst, asielopvang, stikstofreductie, gaswinning, ict-projecten, hogesnelheidslijn, jeugdzorg en woningbouw). Maar in Den Haag was hij de machtige fixer die alles wat politiek rammelde repareerde.

Tot vrijdag 7 juli. Dat waar hij zo goed in was, lijmen, liet hij vreemd genoeg aan iemand anders; aan de minister van Justitie met niet echt het dna van een verzoener.

Het spel is nog niet uit. Winst, verlies of remise zal voor Mark Rutte nog moeten blijken. In plaats van als demissionair premier met een motie van wantrouwen te moeten aftreden, kan hij met opgeheven hoofd gaan. Het gemor over het versjacheren van landsbelang wordt overstemd door amicale woorden van dank, van nostalgie, van nu al missen.

Bovendien komen in 2024 mooie functies in Brussel vrij. De eerste termijn van Ursula von der Leyen zit er volgend jaar op. Navo-baas Jens Stoltenberg bleef langer aan bij gebrek aan een opvolger. En in Brussel is Mark Rutte een gewaardeerde ouderejaars.

Tevreden kan hij huiswaarts. Hij ziet het voor zich: premier Yesilgöz. Of premier Van der Plas. En hij fluit een deuntje: When I’m gone, when I’m gone. You’re gonna miss me when I’m gone