Na zeven maanden praten baarde minister Adema een windei – en ging erop zitten

3 juli 2023

Het werd een machtig windei. Een grotere miskraam had Den Haag lang niet gezien. Zeven maanden onderhandelde minister Adema met de boeren over een akkoord dat stukliep op … nu ja, wat eigenlijk? De boeren kregen alles wat ze wilden. En nog was het niet goed: ‘Geen vertrouwen’, raspte de voorman.

Toen de minister in de Tweede Kamer het windei alsmaar ‘Akkoord’ bleef noemen, protesteerden Kamerleden. Ze wezen: minister, het is een ei zonder schil. Maar Adema ging er gewoon op zitten. Noemde het zijn ‘Niet-Akkoord’ en dekte het toe.

Eindelijk iets van verheldering. Ineens zag je waar je naar keek: een Niet-Akkoord van een Niet-Minister. Op de bovenste verdieping van het politieke bestel was dit de leegte van Niet-Bestuur.

De staat is op aarde om uit het grote gewoel van politieke tegenstellingen het algemene belang te destilleren. Dat lukt het best als de staat ‘ingebed autonoom’ is, een term die de Amerikaanse socioloog Peter Evansin 1995 gebruikte om te verklaren waarom de ene staat met een grote transformatie succes boekt, terwijl de andere rampen veroorzaakt. Zuid-Korea en Zaïre waren in die tijd de uitersten. Op die as zitten andere staten ergens ertussenin.

Voor succes is het volgens Evans cruciaal dat de overheid is verbonden met de samenleving; met vakbonden, scholen, bedrijven, ngo’s, zelfstandigen, boeren en ziekenhuizen – precies waarin Nederland met zijn zuilen en poldermodel excelleerde. Evans benadrukt de waarde van democratische instituties die politieke belangen wegen, en de onmisbaarheid van goed opgeleide ambtenaren: zij zijn de machinerie die uitvoerbaar beleid ontwerpt. Dat tezamen maakt dat ‘de autonome staat zonder externe druk’ beleid kan formuleren en uitvoeren. Ziedaar het geheim van succes.

Na zeven maanden praten, zeven maanden verder oponthoud van alles wat wacht op een akkoord, blijkt er helemaal geen destillaat. Er is alleen het Niet-gewogen Belang van de landbouwindustrie. Onverdund slikte de Niet-Minister de eisen. En hij is van plan die ook zonder akkoord uit te voeren. ‘We hebben er echt belang bij te voorkomen dat Den Haag straks weer vol trekkers staat’, vertelde hij de Kamer. Zo kregen de boeren in 2020 de veevoermaatregel van tafel, zo gaat de transformatie naar duurzame landbouw overboord.

Leidraad voor het Niet-Akkoord is dat beleid niet mag ‘polariseren’. De externe druk – lees: dreiging van boeren met trekkers – heeft de staat van zijn autonomie beroofd. Uit angst voor confrontatie voert de regering appeasementpolitiek, zoals de EU deed nadat Rusland in 2014 de Krim had veroverd en zoals de VS probeerden toen Irak in 1990 Koeweit bezette.

De toegeeflijkheid jegens een groep die dreigt met geweld, verandert de eens zo geroemde overlegdemocratie. Op de as van succesvolle staten van Peter Evans is het duidelijk in welke richting Nederland beweegt.

De minister op zijn windei wordt symbool voor de bestuurlijke leegte, voor het Niet-Regeren dat gelijk opgaat met de angst voor populistisch rechts. Maar Adema’s angst voor polarisatie zal alleen meer polarisatie baren. Want waar de staat onmachtig blijkt om het publieke belang te dienen, is het speelveld vrij voor andere groepen om met ontwrichting ook hún stem gewicht te geven. Dan geldt het recht van de sterkste.

Laat de wens om een eind te maken aan die wet van de jungle nu net de bron zijn waaruit de moderne staat is geboren.