12 juni 2023
‘Spelshows op tv zijn ook leuk’, zei premier Rutte toen in 2018 het raadgevend referendum werd afgeschaft, maar ‘uiteindelijk gaat het toch om serieuze dingen’. En gelijk heeft-ie. Het referendum is een bedrieglijk ding. Het lijkt méér democratie maar is al snel méér demagogie. Een handig instrument in handen van politieke entrepreneurs en charlatans. Die bevredigen ook andere behoeftes van het electoraat; die aan ophef en vertier.
Zoals sociale media grof geld maken met opwinding, zo zijn in de politiek nepnieuws en complottheorieën lucratief. Ophef is aandacht. Snelle kicks, snelle opbrengst. In Engeland kennen ze de gevolgen. Nigel Farage, de man die de letters BREXIT achter elkaar zette, zei in Newsweek: ‘Brexit has failed’. Slechts 9 procent van de Britten vindt het een succes. De overgrote meerderheid (62 procent) noemt het verlaten van de Europese Unie een mislukking.
De campagne voor het Brexit-referendum in 2016 bleek vals spel met flagrante leugens en manipulatie. Eerder dat jaar stemde Nederland in een raadgevend referendum tegen het associatieverdrag met Oekraïne. Nieuwkomer Thierry Baudet voerde campagne met behulp van Russisch nepnieuws. Wijselijk trok een jaar later het nieuwe kabinet het raadgevend referendum in. Dat vergde moed van D66. Wat altijd een heilig leerstuk was geweest, bleek mooier in de vitrine dan in de praktijk.
Nu zijn we vijf jaar verder en oppert het Sociaal en Cultureel Planbureau ineens een bindend correctief referendum. In Somber over de samenleving? concludeerde het SCP dat mensen zich niet gehoord voelen door de politiek. Hetzelfde zei politiek dotteraar Johan Remkes vorig jaar, na zijn staatscommissie parlementair stelsel: ‘Mensen hebben veel meer toegang tot informatie en mensen willen dus meer te zeggen hebben.’
Mensen willen inderdaad meepraten. En ze willen gehoord worden ook. Helemaal nadat de laatste jaren bleek dat de ‘serieuze dingen’ niet zomaar kunnen worden overgelaten aan de politiek. De parlementaire enquête naar Gronings gas is het laatste chapiter in het treurspel Bestuur & Burgerleed. Maar het referendum is een middel dat in potentie gevaarlijker is dan de kwaal. Een middel dat bovendien het echte democratische tekort niet adresseert.
Referenda voor of tegen doen namelijk geen recht aan de complexiteit van maatschappelijke problemen. De gewone burger praat helemaal niet mee. Dat gebeurt wel in een burgerberaad. Daarin worden willekeurige burgers door loting bij elkaar gezet om lang en diepgravend te praten over een hardnekkig probleem. De ervaring leert dat het resultaat tegengesteld is aan de polarisatie die een referendum uitlokt. En waarom zou de uitkomst van een nationaal burgerberaad niet evengoed bindend kunnen zijn?
Een nieuw mankement van de democratie is dat ze steeds meer onrecht tussen generaties produceert. De bevolkingspiramide is aan het omkeren; Nederland is nu een vals vierkant met massa bovenaan en een smallere onderkant. Het verouderend electoraat stemt vaak voor behoud van wat er was. Nooit leefde een generatie in grotere veiligheid en rijkdom dan de naoorlogse. De kostprijs van hun fossiele welvaart is de roofbouw op de planeet. Die prijs wordt afgewenteld op jongeren. Zij zien lijdzaam toe hoe tegen hun toekomst wordt gestemd – letterlijk lijdzaam; de klimaatdepressie rukt op. Somber over de samenleving, en zonder stem. Dát is een SCP-onderzoek waard, want jongeren hebben meer toegang tot informatie en willen dus meer te zeggen hebben. Maar over de serieuze dingen van hun verdere leven regeren – tot ver over hun graf heen – de ouderen.
En dus zouden we moeten praten over de vraag of ons kiesstelsel nog een goede weerslag is van demografie. Jongerenburgerberaden (bindend?) en stemrecht met 16, in het licht van de uitdagingen waar we voor staan, heel gematigde voorstellen.