Er zijn twee dingen waar je je in Nederland niet tegenaan mag bemoeien. Hoe een ouder zijn kinderen opvoedt. En waaraan iemand zijn talent verdoet. Geen grotere maatschappelijke verspilling dan die van talent, stelt Rutger Bregman in Morele ambitie. Mensen met een baan die voor de samenleving nutteloos of zelfs schadelijk is, wil hij verleiden tot een overstap.
De Bermuda-driehoek van verkwanselde competentie situeert hij op de Amsterdamse Zuidas. Neem een jurist die in dienst van advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek grote bedrijven helpt belasting te ontwijken. Chemiereus OCI is zo’n klant van De Brauw. De grote kunstmestfabrikant was afgelopen week in het nieuws: OCI keerde zijn aandeelhouders miljarden uit, zonder dat daarover dividendbelasting werd betaald.
Dat lukt door een gewiekste truc. Eerst werd het kapitaal van het bedrijf met 2,7 miljard euro verhoogd, een minuut later werd het kapitaal met datzelfde bedrag verlaagd. Vervolgens kon 2,7 miljard euro aan de aandeelhouders worden uitbetaald, belastingvrij.
Dezelfde streek leverde het bedrijf in 2022 en 2023. De Nederlandse Belastingdienst loopt als gevolg daarvan 750 miljoen euro aan dividendbelasting mis. Tegelijkertijd vraagt OCI zonder gene bij de Europese Unie en het ministerie van Economische Zaken subsidie aan voor het vergroenen van zijn productie. Het punt van Bregman is zonneklaar: de juristen die adviseren over graai- en roofconstructies schaden het algemeen belang. Oók als er geen regel is overtreden; in de schemer zetelt een monsterverzameling van wettig onrecht.
Talrijk zijn de handelaren, makelaren, adviseurs, consultants en tussenpersonen die miljoenen verdienen met transacties die de samenleving benadelen. Het summum van nutteloze handel zetelt aan – hoe kan het anders – Wallstreet. Handelaren vestigen zich zo dicht mogelijk op de beurs, met de allersnelste internetverbinding, waardoor ze fracties van secondes eerder dan concurrenten informatie krijgen. Met bijna de snelheid van het licht handelen zij volautomatisch in aandelen. Die flitshandel heeft geen enkele maatschappelijke functie. Het is speculeren op veranderingen in valuta- en aandelenkoersen, waarbij in minder dan een seconde wordt gekocht en verkocht. Minimale koersverschillen, miljoenenwinsten.
Met de vrije markt van Adam Smith, waarin de prijs informatie bevat over de schaarste van een product, heeft dit niks meer te maken. Ook niet met de functie van de allereerste aandelen in 1602, bij de VOC, namelijk: het potten van kapitaal, en tegelijkertijd spreiden van de risico’s. Alleen door die financiële uitvinding werd het mogelijk de beste en grootste handelsvloten te bouwen. (Dat daarmee grote gebieden zijn gekoloniseerd en mensen, dieren en de aarde met geweld zijn geëxploiteerd, doet aan het sociale en zakelijke vernuft niets af.)
Dat Rutger Bregman met zijn moreel appel weerzin, zelfs haat oproept, is veelzeggend. Blijkbaar zijn er zat mensen die wel weten dat ze hun beste krachten geven aan bullshitjobs of erger, maar die dat niet willen horen. Bovendien bevat de generatie geboren tussen grofweg 1950 en 1970 een overgevoeligheid voor moraliteit. Zij waren erbij toen het knellende, dwingende normbesef onklaar werd gemaakt. Sindsdien moet iedereen die de woorden ‘deugden’ of ‘moraal’ in de mond neemt, belachelijk worden gemaakt.
Het siert Bregman dat hij zich daardoor niet laat weerhouden. Sterker, op de Zuidas heeft ook hij een kantoor gehuurd. Daar zit hij nu, onverschrokken, met zijn School voor Morele Ambitie. Want het schaamteloze graaien dat ontelbare schandalen voortbracht, laat wel zien dat tegen de wil om te profiteren, geen wet-of regelgeving is gewassen. Daar helpt alleen een moreel offensief.