3 april 2023
Op het podium van Movies that Matter zat de oude reus. Nog steeds groot maar het vuur dovende, en ik meende een laatste der Mohikanen te zien: de mannen en vrouwen die in de jaren tachtig in andere landen streden voor vrijheid en gerechtigheid. De Nederlandse journalist Koos Koster die in El Salvador samen met drie Ikon-collega’s is doodgeschoten, Hans Beerends (nu 91) die de Wereldwinkels oprichtte, anti-Apartheidsactivist Conny Braam (75) en de man gezeten voor het filmdoek, de nu 86-jarige oud-ANC-strijder Klaas de Jonge.
Hij was lid van de door Nelson Mandela opgerichte militaire tak van het ANC. Als antropoloog in Mozambique was hij er langzaam in gerold. Eerst reed hij wat geld, stencils en radio’s de grens met Zuid-Afrika over. Na de moord op zijn vriendin Ruth First was hij bereid ook wapens en explosieven te vervoeren. Het was hem al eerder gevraagd, want een witte man liep minder gevaar. Toch werd De Jonge gearresteerd, hij ontsnapte, vluchtte de Nederlandse ambassade in Pretoria in, en zat daar noodgedwongen ruim twee jaar opgesloten.
In De prijs van vrijheid stelt filmmaker Marlou van den Berge de vraag welke gevolgen De Jonges keuze had voor het leven van mensen om hem heen. Niet fijn, dat laat zich raden. Twee puberzonen zaten zonder vader. Bij een bomaanslag door De Jonges eenheid kwamen 19 mensen om, onder wie per ongeluk een ANC-strijder. Een gevechtsvlieger van het apartheidsregime verloor beide benen. De weduwe van de ANC-man en de invalide piloot ontmoetten Klaas de Jonge in het door Van den Berge minutieus nagebouwde kamertje waar De Jonge vastzat.
Het is een knap gemaakte film waarin archiefbeelden, dagboekteksten en recente ontmoetingen spannend in elkaar draaien en de tijd met zijn dilemma’s dichtbij brengen. Een film die nog beter in balans was geweest als ook een ANC’er of een slachtoffer van het apartheidsregime aan tafel had gezeten, iemand die blij was dat na decennia heilloos vreedzaam protest, mensen de wapens opnamen tegen Zuid-Afrika’s brute en moorddadige staatsterreur.
Klaas de Jonge waagde zijn leven. Na arrestatie dreigde de doodstraf. Hij kwam vrij door een gevangenenruil, waarna de geheime dienst van Zuid-Afrika twee keer in Amsterdam met gif een moordaanslag op hem pleegde. Hij werd ernstig ziek en verloor een oog.
De leider van ANC’s gewapende tak is de meest gevierde en geliefde vrijheidsstrijder van onze tijd; Nelson Mandela is voor heel de wereld een moreel leider. Dan is het opmerkelijk dat een van Mandela’s kompanen zich in Nederland telkens moet verantwoorden voor zijn geschiedenis als ‘terrorist’. (Naast de film verscheen over Klaas de Jonge een boek.) In De prijs van vrijheid wordt de invalide Zuid-Afrikaanse oud-militair niet gevraagd naar de aanslagen, folteringen en executies van zijn Apartheidsregime. Toch twijfelt sinds de Waarheids- en Verzoeningscommissie niemand nog aan het racisme en grootschalig geweld tegen Zuid-Afrika’s zwarte bevolking.
Klaas de Jonge getuigde van wat vandaag de dag steeds schaarser lijkt: moed. Maar in Nederland hoef je dan niet te rekenen op veel waardering. Met helden – of het nu klokkenluiders zijn, een minister die vasthoudt aan door wetenschap en wet gevraagde stikstofreductie, of iemand die gewelddadige onderdrukking bestrijdt – loopt het in Nederland doorgaans niet goed af. Liever houden we ons op de vlakte, of steken we een belerende vinger op. In De prijs van vrijheid toont De Jonge een laatste keer zijn moed door, oud nu, en breekbaar, de slachtoffers van zijn strijd in de ogen te kijken.