Vroege lente in het demissionaire kabinet. De voorjaarsnota die anders met het begin van de zomer komt, is gisteren gepresenteerd. Daarin wordt met de blik in de achteruitkijkspiegel royaal de portemonnee getrokken. Miljarden betaalt het kabinet om kraters en brokstukken van eerder beleid te repareren.
Zomaar wat kosten: de komende twee jaar gaat ruim een miljard extra naar crisisnoodopvang van asielzoekers. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) huurt bij gebrek aan opvangplekken hotels en riviercruiseschepen. Dat kost twee tot drie keer zo veel als opvang in een reguliere azc. (In 2018 liep de instroom terug en werden elf azc’s gesloten.) Voor de slachtoffers van het toeslagenschandaal beraamt het kabinet nog eens 1,3 miljard euro. Vijfhonderd miljoen extra gaat naar Groningen voor herstel van schade door gaswinning.
Wie niet op basis van rapporten vooruit schaakt, betaalt hoge rekeningen. Van der Valk en rederijen draaien topjaren. En het is onbekend wat het ministerie van Financiën meende op te halen bij vermeende fraudeurs, maar de afhandeling van het toeslagenschandaal kostte al dik acht miljard euro.
De miljarden die er als strooigoed uit vliegen, hadden ook geïnvesteerd kunnen worden in de toekomst. In de – of je voor bent of niet – onafwendbare transitie naar de duurzame economie. Bijvoorbeeld in het aanleggen van hogesnelheidslijnen voor treinen naar Berlijn en andere steden. Terwijl de uitstoot van grote ondernemingen afgelopen jaar daalde met 13 procent – een record!, nam die van de luchtvaart met 11 procent toe.
In plaats van te koersen op een leefbare toekomst, betalen we de dure rekening van beleid dat niet was geënt op feiten en prognoses, maar op kortetermijnkoersen; op politiek gewin of ruften uit de onderbuik.
De kosten van achteruitbeleid zijn kinderspel vergeleken met de elk jaar stijgende rekening van klimaatverandering. Schade door bijvoorbeeld natuurrampen was volgens verzekeraar Aon nog nooit zo hoog als in 2023: wereldwijd zo’n 350 miljard euro. Slechts eenderde werd door verzekeraars gedekt.
Exacte cijfers over schade in Nederland zijn niet voorhanden, maar Poly, de zwaarste zomerstorm ooit gemeten, liet 22 juni een ravage achter. Een eerste schatting van de verzekerde schade bedroeg 50 à 100 miljoen euro. Verder heeft de landbouw zwaar te lijden onder heftige regenval en langdurige droogte. De boeren die hun akkers beregenen trekken het grondwaterpeil omlaag, waardoor bomen sterven.
Nederland besloot onlangs in Brussel de natuurherstelwet niet te steunen. NSC bekende kleur – níet groen – en diende met BBB een motie in die het kabinet opdroeg tegen te stemmen. Uit alle rekenmodellen, schattingen en ramingen blijkt dat de opbrengsten van de wet vele malen groter zijn dan de investeringen. De kosten van niets doen zijn voor de EU 1.700 miljard euro. De Commissie becijferde dat 1 euro investering in natuurherstel tussen de 4 en 38 euro oplevert.
Volgens die natuurherstelverordening zou fors worden geïnvesteerd in herstel van landbouwecosystemen en het beschermen van bestuivers zoals bijen. De BBB, echokamer van de landbouwindustrie, schreeuwt ‘voedselzekerheid!’ zodra het over minder vee gaat. Feit is dat driekwart van de Nederlandse akkerbouw afhankelijk is van bestuivers. Die sterven massaal door intensieve landbouw en gebruik van pesticiden.
Net zo glorieus is de businesscase van de energietransitie. Elke geïnvesteerde euro levert 3 à 8 euro op aan geld, banen en welzijn. Het enige probleem: je moet nu investeren en zult pas jaren later oogsten. Dat vraagt bestuurders die in plaats van in de achteruitkijkspiegel met een kompas in de hand naar de horizon durven kijken. Wie nog visie zoekt, hoeft niet naar de oogarts. Die laat de cijfers op zich inwerken.