John Schlösser – 2016-01-06 18:40:46

Geachte mevrouw Luyten,

(Ik ben nog van de oude stempel anders had ik wel Hoi of Hallo Marcia geschreven.)

Op de eerste plaats mijn complimenten voor uw prachtige boek “Het geluk van Limburg”.

U hebt op voortreffelijke wijze de Limburgse mijngeschiedenis aan het papier toevertrouwd in een prachtige schrijfstijl. Een aantal passages over de familie Vinders vond ik zeer aangrijpend.

Uw boek heeft ertoe bijgedragen dat mijn kennis over het leven op en rond de mijn zeer verrijkt is. Zelf ben ik nooit in het mijnbedrijf werkzaam geweest. Mijn vader stelde mij destijds voor de keuze “de schop of studeren”.

Het werd studeren en via de HBS van het Bernardinuscollege in Heerlen rondde ik mijn studie sociologie (urbane en rurale) af aan de toen nog geheten Katholieke Universiteit Nijmegen.

Mijn “kennis” over het mijnbedrijf verkreeg ik via mijn vader als leidinggevende beambte op het Hoofdkantoor van de Staatsmijnen in Heerlen (“de Witte Boerderij”) en in latere jaren via mijn schoonvader (A.H.W. Smeets), die directeur administratieve en commerciële zaken was van de door u in relatie tot de familie Vinders zo vaak genoemde Willem-Sophia. Samen met de algemeen directeur Wintgens en directeur Bakker (zoals genoemd op pagina 262 van uw boek) zwaaide hij de scepter over de Willem Sophia.

Ik zal u niet vermoeien met de discussies die ik, als socioloog, voerde over het beleid. Het centrale thema was in ieder geval: staat de MENS (de KOMPEL) of het systeem centraal.

Kortom: de meeste info over de mijn kreeg ik van “bovenaf”, alhoewel in de familie van mijn moederszijde een dodelijk mijnongeval van mijn aangetrouwde oom op de Staatsmijn Wilhelmina in Terwinselen (in 1946) frequent in familiegesprekken is teruggekomen. Met een nazorg van nul komma nul van de zijde van de mijn voor de weduwe (mijn tante) en haar zes kinderen.

Uw boek heeft er zorg voor gedragen dat het mijnbedrijf voor mij van ALLE kanten werd belicht. Chapeau !!

Ter afsluiting wil ik nog even “punaisepoetsen”, zoals wij dat destijds in onze vriendenkring noemden.

= Op pagina 45 in de 4e regel van beneden staat : Nu zou het zou niet …..
Dit moet luiden: Nu zou het niet……..

= Op pagina 96 in de derde alinea (derde regel) staat:
Toen in 1919 in Geleen de cokesfabriek bij de Emma openging………..
Dit moet luiden: Toen in 1919 in HOENSBROEK (Treebeek) de cokesfabriek bij de Emma openging………..

= Op pagina 129 staat in de eerste zin: De enige achtergebleven………
Dit moet mijns inziens luiden: De enige achtergeblevenen ………..

= Op pagina 130 staat in de tweede alinea (tweede regel): Begin 1945 begon in de Maurits in Brunssum de eerste Ondergrondse Vakschool (OVS), …….
Dit moet luiden: Begin 1945 begon in de HENDRIK in Brunssum de eerste Ondergrondse Vakschool (OVS), …….

Op pagina 205 staat in de tweede alinea (tweede regel): Hadden ze….., van het misbruik dan, ……….
Dit moet mijns inziens luiden (omdat de komma op de verkeerde plaats staat):
Hadden ze….. , van het misbruik, dan ………

Op pagina 231 (laatste regel) staat: in de GraveNstraat ……….
Dit moet luiden: in de GraveRstraat ………..

Nog even dit.
Om met Bredero te spreken: ’t Kan verkeren. (Ten goede in Parkstad.)

Ik hoop dat u mijn e-mail “in good order” hebt ontvangen.

Ik wens u toe, dat er nog veel mooie boeken van uw hand zullen verschijnen en vooral niet te vergeten een nog lang voortzetten van uw presentatie van het programma “Buitenhof”.

Met vriendelijke groet,

John Schlösser
j.schlosser@ziggo.nl

AUTHOR: John Schlösser
AUTHOR EMAIL: j.schlosser@ziggo.nl
AUTHOR URL:
SUBJECT: [Marcia Luyten] Contact
IP: 94.211.162.242
Array
(
[1_Naam] => John Schlösser
[2_E-mail] => j.schlosser@ziggo.nl
[3_boodschap] => Geachte mevrouw Luyten,