Beste Marcia – ben benieuwd naar jouw opvatting.
Uit ‘mijn Herinneringen’ – een artikeltje dat ik schreef op
27 jan. 2018 – De Integrale Kostenbeschouwing en ons Milieu.
Tijdens mijn HEAO-opleiding, bedrijfseconomische richting, heb ik mij verdiept in de gangbare kosten-beschouwingen en kostprijscalculaties. Het werd zelfs onderwerp van mijn afstudeerscriptie. ‘Different Costs for Different Purposes’. De reikwijdte ervan is mij gaandeweg steeds duidelijker geworden.
Ik ben ‘een kind van de jaren vijftig en zestig’ van de 20e eeuw. De periode waarin de Club van Rome aan het venster tikte en ons wees op de exponentiële groei van verbruik en verkwisting van grond- en delfstoffen. Het leidde destijds een moment tot heftige discussies en enige bezinning, maar werd in het Westen toch vooral weggehoond als een ‘links-georiënteerde’, pessimistische opvatting. Het zou zo’n vaart allemaal niet lopen. En achter het IJzeren Gordijn interesseerde zich al helemaal niemand voor het rapport van de Club van Rome.
Ietwat later in de tijd, medio jaren zeventig (ten tijde van het afstuderen aan de HEAO), nam ik zelf kennis van ‘Nieuwe schaarste en economische groei’ door dr. R. Hueting. Een (eerste?) serieuze poging om te komen tot kwalificatie en kwantificatie van de milieuproblematiek en daarmee aandacht te vragen voor het in beeld brengen en calculeren van functieverlies van de zogenaamde (als overvloedig aanwezig beschouwde) vrije economische goederen (frisse, zuivere) lucht, (schoon) water, stilte, een gevarieerd landschap en een goed fungerende bodem.
Het doorberekenen van het functieverlies aan ons milieu paste niet in het op productie- en consumptiegroei gerichte streven en al helemaal niet bij de op winstmaximalisatie georiënteerde (groot) aandeelhouders in het bedrijfsleven. Maar laten we ook niet vergeten het, via geraffineerde marketing technieken beïnvloede, verlangen van burgers naar meer gemak, naar meer luxe.
En eerlijk is eerlijk, onze welvaart is toegenomen en daarmee ook ons welzijn, dat ontken ik zeker niet. Maar steeds navranter wordt toch het spanningsveld tussen welvaart enerzijds en welzijn anderzijds. De voortgaande exponentiële groei van productie en consumptie, zo voorspelde dr. Hueting destijds al, leidt tot ernstige knelpunten in het milieu en waarschijnlijk zelfs tot catastrofes, een directe bedreiging van ons welzijn!
Kom ik bij de aanhef van deze overpeinzing. De integrale kostenbeschouwing en kostprijscalculatie zijn feitelijk in ‘enge zin’ toegepast, dat wil zeggen met stelselmatige ontkenning van de kosten die het gevolg zijn van functieverlies van onze vrije economische goederen. Ten dele begrijp ik dat wel omdat het onder omstandigheden primair een taak is van overheden (en daardoor politiek belast) om dat functieverlies te voorkomen, bedrijven te dwingen tot ‘reparatie’, dan wel zelf ‘te (doen) repareren’. En dat betekent dat daartoe de noodzakelijke financiële middelen beschikbaar moeten komen, bijvoorbeeld te ontlenen aan een vorm van belastingheffing. Ja, en ‘daar zit ‘m nou net nou de kneep.’
De (misleidende) ‘stem’ van het kapitaal, de ‘stem’ van de arbeid en ‘de stem’ van politieke aansturing houden elkaar in een wurggreep. De macht bij het kapitaal, het (korte termijn) materieel verlangen bij de productiefactor arbeid en de electorale afhankelijkheid binnen het (democratisch) politieke systeem. Overigens in geval van dictatoriaal leiderschap zelfs gecombineerd met de macht van kapitaal.
De milieuschade die zich inmiddels aandient en op talrijke wijzen manifesteert is ‘de wal die het materieel gerichte welvaartsschip zal keren’.
Maar wie is hiervoor verantwoordelijk? In feite heeft de (economische) politiek, al vanaf de industriële revolutie, het laten liggen om het bedrijfsleven te dwingen tot de (op vervangingswaarde gebaseerde) integrale kostencalculatie toe te passen. Het zou immers de snelheid van economische groei geremd hebben, paste niet binnen het streven naar winstmaximalisatie op korte termijn en was, bij gebrek aan collectief besef van nut en noodzaak in electorale zin ‘dodelijk’.
Voor wie het boek van dr. R. Hueting uit 1974 nog eens leest, Nieuwe Schaarste en Economische Groei, ISBN 90 10 104613, zal concluderen dat door tal van instanties en wetenschappers gewaarschuwd is. Des te kwalijker dat ‘mijn’ generatie niet de verantwoordelijkheid heeft genomen om al in een veel eerder stadium tot passende maatregelen te komen!
AUTHOR: Geert Jan Bittink
AUTHOR EMAIL: info@bittink.nl
AUTHOR URL:
SUBJECT: [Marcia Luyten Third Site] Marcia Luyten
IP: 83.128.8.43
JSON_DATA
{“1_Naam”:”Geert Jan Bittink”,”2_E-mail”:”info@bittink.nl”,”3_”:”Beste Marcia – ben benieuwd naar jouw opvatting. \r\n\r\nUit ‘mijn Herinneringen’ – een artikeltje dat ik schreef op\r\n27 jan. 2018 – De Integrale Kostenbeschouwing en ons Milieu.\r\n\r\nTijdens mijn HEAO-opleiding, bedrijfseconomische richting, heb ik mij verdiept in de gangbare kosten-beschouwingen en kostprijscalculaties. Het werd zelfs onderwerp van mijn afstudeerscriptie. \u2018Different Costs for Different Purposes\u2019. De reikwijdte ervan is mij gaandeweg steeds duidelijker geworden. \r\nIk ben \u2018een kind van de jaren vijftig en zestig\u2019 van de 20e eeuw. De periode waarin de Club van Rome aan het venster tikte en ons wees op de exponenti\u00eble groei van verbruik en verkwisting van grond- en delfstoffen. Het leidde destijds een moment tot heftige discussies en enige bezinning, maar werd in het Westen toch vooral weggehoond als een \u2018links-geori\u00ebnteerde\u2019, pessimistische opvatting. Het zou zo\u2019n vaart allemaal niet lopen. En achter het IJzeren Gordijn interesseerde zich al helemaal niemand voor het rapport van de Club van Rome.\r\n\r\nIetwat later in de tijd, medio jaren zeventig (ten tijde van het afstuderen aan de HEAO), nam ik zelf kennis van \u2018Nieuwe schaarste en economische groei\u2019 door dr. R. Hueting. Een (eerste?) serieuze poging om te komen tot kwalificatie en kwantificatie van de milieuproblematiek en daarmee aandacht te vragen voor het in beeld brengen en calculeren van functieverlies van de zogenaamde (als overvloedig aanwezig beschouwde) vrije economische goederen (frisse, zuivere) lucht, (schoon) water, stilte, een gevarieerd landschap en een goed fungerende bodem. \r\n \r\nHet doorberekenen van het functieverlies aan ons milieu paste niet in het op productie- en consumptiegroei gerichte streven en al helemaal niet bij de op winstmaximalisatie geori\u00ebnteerde (groot) aandeelhouders in het bedrijfsleven. Maar laten we ook niet vergeten het, via geraffineerde marketing technieken be\u00efnvloede, verlangen van burgers naar meer gemak, naar meer luxe. \r\n\r\nEn eerlijk is eerlijk, onze welvaart is toegenomen en daarmee ook ons welzijn, dat ontken ik zeker niet. Maar steeds navranter wordt toch het spanningsveld tussen welvaart enerzijds en welzijn anderzijds. De voortgaande exponenti\u00eble groei van productie en consumptie, zo voorspelde dr. Hueting destijds al, leidt tot ernstige knelpunten in het milieu en waarschijnlijk zelfs tot catastrofes, een directe bedreiging van ons welzijn! \r\n\r\nKom ik bij de aanhef van deze overpeinzing. De integrale kostenbeschouwing en kostprijscalculatie zijn feitelijk in \u2018enge zin\u2019 toegepast, dat wil zeggen met stelselmatige ontkenning van de kosten die het gevolg zijn van functieverlies van onze vrije economische goederen. Ten dele begrijp ik dat wel omdat het onder omstandigheden primair een taak is van overheden (en daardoor politiek belast) om dat functieverlies te voorkomen, bedrijven te dwingen tot \u2018reparatie\u2019, dan wel zelf \u2018te (doen) repareren\u2019. En dat betekent dat daartoe de noodzakelijke financi\u00eble middelen beschikbaar moeten komen, bijvoorbeeld te ontlenen aan een vorm van belastingheffing. Ja, en \u2018daar zit \u2018m nou net nou de kneep.\u2019\r\n\r\nDe (misleidende) \u2018stem\u2019 van het kapitaal, de \u2018stem\u2019 van de arbeid en \u2018de stem\u2019 van politieke aansturing houden elkaar in een wurggreep. De macht bij het kapitaal, het (korte termijn) materieel verlangen bij de productiefactor arbeid en de electorale afhankelijkheid binnen het (democratisch) politieke systeem. Overigens in geval van dictatoriaal leiderschap zelfs gecombineerd met de macht van kapitaal.\r\n\r\nDe milieuschade die zich inmiddels aandient en op talrijke wijzen manifesteert is \u2018de wal die het materieel gerichte welvaartsschip zal keren\u2019. \r\nMaar wie is hiervoor verantwoordelijk? In feite heeft de (economische) politiek, al vanaf de industri\u00eble revolutie, het laten liggen om het bedrijfsleven te dwingen tot de (op vervangingswaarde gebaseerde) integrale kostencalculatie toe te passen. Het zou immers de snelheid van economische groei geremd hebben, paste niet binnen het streven naar winstmaximalisatie op korte termijn en was, bij gebrek aan collectief besef van nut en noodzaak in electorale zin \u2018dodelijk\u2019. \r\n \r\nVoor wie het boek van dr. R. Hueting uit 1974 nog eens leest, Nieuwe Schaarste en Economische Groei, ISBN 90 10 104613, zal concluderen dat door tal van instanties en wetenschappers gewaarschuwd is. Des te kwalijker dat \u2018mijn\u2019 generatie niet de verantwoordelijkheid heeft genomen om al in een veel eerder stadium tot passende maatregelen te komen!”,”email_marketing_consent”:””,”entry_title”:”Marcia Luyten”,”entry_permalink”:”https:\/\/www.marcialuyten.nl\/”,”feedback_id”:”60bb8f2f31725548eb2835b7a249a212″}