De lava is al op vijftien meter: niets aan de hand, Parool, 19-02-2002

GOMA – Een zwarte korst van vier meter dik ligt te roken en te stinken in Goma, de stad in Oost-Congo, dicht bij de grens met Rwanda. De stad is niet helemaal verlaten. Mannen laden de voorraad van een apotheek in hun auto, kinderen slepen fauteuils de straat over. Alom wordt geplunderd. Dat de vulkaan Nyiragongo zich roerde, hadden de 400.000 inwoners van Goma wel gemerkt. De aarde trilde tot in het Rwandese Kigali, maar veel acht werd daar niet op geslagen. Al helemaal niet toen de radio sussende woorden sprak: ‘Blijft u vooral thuis, hebt geduld.’

Nu voelen ze zich bedrogen, de vluchtelingen die in Gisenyi zijn neergestreken, net over de grens met Rwanda. De een is drie kinderen kwijt, de ander heeft een baby met diarree op de arm. Allemaal hebben ze zo goed als niets mee kunnen nemen op hun vlucht. Toen de lava tot vijftien meter was genaderd, zei de radio nog steeds dat er niets aan de hand was.

In de heuvels rond Gisenyi brachten ze hun tweede nacht in de openlucht door. Boos, maar bovenal stil wachten ze daar. Verderop, waar hun huis stond, sist onder de regen de lava.

In de loop van donderdagavond zijn honderdduizenden Congolezen de grens met Rwanda overgestoken. De weg was verstopt met karren en vluchtelingen te voet die van alles meesjouwden: matrassen, kookpotten, baby’s. De massa was zo groot en zo in paniek, dat de grenspolitie bang was dat zij onder de voet zou worden gelopen.

In de heuvels rondom Gisenyi zijn de vluchtelingen neergestreken met wat ze nog hebben: een matras, een zak vol kleren. Ze waren al arm, nu zijn ze ook al hun bezittingen kwijt. Hulp is er nog niet, de honderdduizenden zitten in het gras als het begint te regenen.

Ook daar zijn de vluchtelingen boos over. ”In de Verenigde Staten hoeft maar iets te gebeuren, of de hele wereld staat gereed. Dat de Congolezen lijden, kan ze niet zo veel schelen,” zegt de jonge priester die in zijn bruine habijt kwaad zit te wezen.

”We hebben niets te eten,” klaagt Justin Mosala, een zakenman van 48 jaar. ”De regering zwijgt, de internationale gemeenschap zwijgt, wij weten niet wat te doen. Er is geen markt meer, er zijn geen winkels meer, alles is weg. En niemand heeft ons gewaarschuwd voor deze ramp.”

”Er is geen hoop,” valt John Kambale, een 25-jarige student medicijnen, hem bij. ”We hebben nog geen enkele reactie gezien van de internationale gemeenschap.”

Maar de hulpverleners ter plekke zitten met de handen in het haar. ”Ons pakhuis en onze garage met zeven vrachtwagens zijn ook vernield,” aldus een Rode-Kruiswoordvoerder. ”Het vliegveld is niet meer te gebruiken. De watervoorziening werkt niet meer, twee van de drie pompstations zijn uitgevallen.”

Van de lavastromen die Goma van drie kanten hebben ingesloten, ligt er maar één af te koelen. Overal brandt het, overal is zwarte rook en stinkt het naar zwavel.

Twee lavastromen bewegen. Die het vliegveld Albana heeft verzwolgen, beweegt het snelst, naar de vertrekhal en de vier kleine vliegtuigen die zijn achtergebleven, overgelaten aan het kruipende vuur. De hitte doet de lucht trillen.

Een andere stroom heeft gistermiddag het Kivu-meer bereikt, tot grote zorg van de biologen, want hierdoor zouden giftige gassen kunnen ontsnappen en dat zou een milieuramp zijn.

Na de grote uitbarsting van donderdagmiddag is geen nieuwe eruptie meer gemeld. Maar er zijn nog steeds aardbevingen. Vanuit een vliegtuigje van de Verenigde Naties, dat gisteren over het getroffen gebied vloog, was een scheur in de aarde te zien van zestig meter waar het vuur uit stroomde alsof het water was.

Goma werd na de volkenmoord in Rwanda in 1994 bekend als de plaats waar honderdduizenden vluchtelingen in kampen zaten. ‘De hel van Goma’ heette het, toen ook al.

De laatste jaren is Goma bekend vanwege het hoofdkwartier van de grootste rebellenbeweging in Oost-Congo, het door Rwanda gesteunde RCD-Goma. Dat hoofdkwartier is gisteren geëvacueerd, net als de kantoren van de internationale hulporganisaties en de Monuc, de militaire VN-waarnemers in Oost-Congo.

Adolphe Onusumba, de leider van RCD-Goma, deed via de radio een dringend beroep op de bevolking niet te proberen naar hun huizen terug te keren: ”We kondigen de noodtoestand af.”

In de jungle achter Goma, nog dichter bij de Nyiragongo, zouden rebellen van allerlei pluimage hebben gezeten, Mai Mai en Hutu-milities die vanuit Congo het Rwandese regime proberen te ondermijnen. Gevreesd wordt dat met de vluchtelingen Hutu-rebellen Rwanda zijn binnengetrokken.

In januari 1977 kwam de 3414 meter hoge Nyiragongo ook tot uitbarsting. Toen stierven binnen een half uur bijna tweeduizend mensen door lavastromen. In maart vorig jaar verdreef een uitbarsting van de naburige vulkaan de Nyamulagira duizenden mensen tijdelijk uit hun dorp.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *