LIMBURG BERICHT #1 SRV-man

Jo Vliex gaat kwiek zijn winkelwagen in en uit. Hup naar Eddy. Hij gaat het huis in en pakt  uit de keuken een boodschappenbriefje en een tas. In de 17 meter lange SRV-wagen (die al lang geen Samen Rationeel Verkopen meer heet) verzamelt de melkboer aardbeienyoghurt, roomboter, koffie, aardbeienjam, een slaatje, Frankfurters.

Eddy is maar alleen. Hij heeft nooit een vrouw gevonden. Jarenlang woonde hij hier met zijn moeder. Hij verpleegde haar. Verleden jaar ging ze dood en hij kan haar maar niet vergeten.

Eddy is “heel clever”, zegt Vliex. Hij staat voor de klas. Maar zonder zijn moeder kan hij niet. In de ochtend gaat hij eerst naar het kerkhof, later op de dag nog een keer of drie. In de keuken is vaak voor twee gedekt. Hij koopt wat zij lekker vond.

Jo Vliex rijdt 43 jaar met zijn winkelwagen door het dorp. Nog geen dag met tegenzin de weg op, zegt zijn vrouw als ze hem uitzwaait. Wat een prachtig dorp, zeg ik tegen mevrouw Vliex: die knoestige bomen, de vakwerkboerderijen en Belgische knollen in de wei. “Vind je?” Ze kijkt verbaasd. “Ik ben niet van hier. Dan blijf je toch vreemd.”

Het is een kalme ochtend. Bijna carnaval, dat merk je hè, zegt Vliex. Het geld wordt minder makkelijk uitgegeven. De klanten zijn bijna allemaal vrouw en boven de zestig, en dat sparen voor carnaval doen ze omdat ze dat van vroeger gewend zijn, niet omdat ze zo wild feesten.

Om de driehonderd meter parkeert hij schel bellend zijn winkel. Alleen bij de bejaardenhuisjes gaat Vliex op alle deurbellen drukken – daar horen ze de zijne niet. In de roostertjes roept hij: “Jo Vliex! De winkel!”
Klanten antwoorden door de intercom: “Ja ik kom hoor” en: “Ik zit nog bij de kapper…”

Spoojt uch neet. Haast u maar niet. Ik wacht tot u klaar bent.”

Dan staat de enige keer deze vrijdag de wagen tjokvol. Het is grijs, op pantoffels en het schuifelt, giechelt, betast de waar en roept om Jo. Die rent zich rot want bezorgt elke tas op het aanrecht. Vliex laat een mevrouw met krulspelden een doos met twee “Parijse soezen” zien. Willen er drie vrouwen Parijse soezen.

Vliex bemiddelt.

“Tante, u mag geen slagroom.”

“Soms wel hoor.”

“Volgende week neem ik meer soezen mee.”

Klant en winkelier dragen elkaar op handen. Maar elk jaar ontvallen Vliex zo’n dertig vaste afnemers. Nieuwe komen er niet bij. “De jongeren werken allemaal. Op weg naar huis rijden die naar de Albert Heijn.” Sinds de supermarkten ’s avonds en op zondag open zijn, staan er geen manden met lege flessen en boodschappenbriefjes meer bij de deur.

Daar betaalt het CDA nu de prijs voor, meent Vliex. Open op zondag, dat zou het CDA toch ook niet moeten willen. “Niet dat ik elke week in de kerk zit. Soms heb je geen zin je om te kleden. Maar het heeft de kleine middenstander de das om gedaan.”

Nog een half jaar, dan is Vliex vijfenzestig. Mevrouw wil dat hij stopt. De melkboer wil zijn klanten niet laten zitten. Met een voorraadje kunnen ze een paar dagen zonder zijn winkel, zegt Vliex. Afgelopen 43 jaar vierde hij zijn vakanties met tussenpozen van een week.

**

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *