Niet eerder zaten de zes politieke partijen van Oeganda met elkaar om de tafel, één machthebber en vijf van de oppositie. Augustine Ruzindana, kopstuk van de belangrijkste oppositiepartij zegt: “Het is voor het eerst dat we met elkaar praten.” Het zou de Interparty Dialogue waarvan het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) de makelaar was, een historisch feit kunnen maken.
Een jaar voordat de Oegandezen in 2011 een nieuwe president en parlement kiezen, zijn de partijen officieel overeengekomen dat ze elkaar met regelmaat ontmoeten voor een informeel gesprek. Dat is: onder begeleiding van de neutrale buitenstaander – het NIMD, en achter gesloten deuren. Daar kunnen gevoelige zaken voorweken, daar kunnen politici elkaar bevragen op belangen achter standpunten, opdat compromissen binnen bereik komen. Een Britse diplomaat aanwezig bij de feestelijke ondertekening van het Memorandum of Understanding op 5 februari in Kampala, noemt het “een doorbaak”.
Bij die ceremonie sprak ook de vice-voorzitter van het NIMD, Ruud Koole. Hij zei: “In een democratie ben je politieke concurrenten. Niet elkaars vijanden. Een sterke democratie heeft een sterke oppositie.” Zo ver is Oeganda nog niet. President Yoweri Museveni en zijn belangrijkste uitdager Kiza Besigye hebben elkaar 9 jaar niet de hand geschud. In een debat treffen ze elkaar ook nooit, want Museveni zou weigeren “zich als president op gelijk niveau te plaatsen met de oppositieleider”. Volgens Ruzindana heeft de National Resistance Movenment (NRM) van Museveni politieke tegenstanders altijd beschouwd als “een vijand die moet worden verpletterd”. In elk geval wordt de oppositie het leven zuur gemaakt en dat geeft weinig wederzijdse warmte.
Deze animositeit heeft zijn wortels in het recente verleden. In 1986 nam het rebellenleger National Resistance Army onder leiding van Museveni de macht over. De jonge Museveni was idealistisch. Hij beloofde Oeganda een wedergeboorte: geen corruptie, geen dictatuur en geen tribale verdeeldheid. Het herstel van nationale eenheid was na decennia geweld als balsem op Oeganda’s ziel.
Om verdeeldheid te bezweren, had het nieuwe Oeganda geen politieke partijen. Iedereen was bij geboorte lid van ‘The Movement’, de NRM. Museveni voerde onder begeleiding van IMF en Wereldbank een strak macro-economisch beleid (lage inflatie, stabiele wisselkoersen). Dat bracht hem miljarden dollars westerse begrotingssteun én economische groei. Ook politiek hield hij de touwtjes stevig in handen. Zolang zijn machtspositie niet in het geding was, mochten media openlijk op hem schelden. Museveni leek de stabiliteit en zekerheid te brengen die hij beloofd had.
De oude politieke partijen leidden een slapend bestaan. Het Uganda People’s Congress (UPC) van Obote, de Democratic Party (DP), the Conservative Party (CP), ze bestonden wel maar mochten geen partijactiviteiten ontplooien. Partijleden dongen op persoonlijke titel naar een zetel in het parlement. Bijeenkomsten van politieke aard waren verboden. Pas toen in 2001 Kiza Besigye zich afscheidde van Museveni’s NRM en hem uitdaagde in de presidentsverkiezingen van dat jaar, kreeg Museveni zijn eerste echte ‘democratische’ tegenstander.
Dokter Kiza Besigye was een kameraad uit de ‘bush war’. Jarenlang was hij Museveni’s lijfarts. Besigye trouwde de vrouw van wie Museveni hield. Augustine Ruzindana, eveneens oud-NRM-lid, richtte in 2004 samen met Besigye het Forum for Democratic Change (FDC) op. “Bij een meerpartijendemocratie had Museveni altijd gedacht aan UPC en de Democratische Partij”, zegt Ruzindana. Hij had niet gerekend op een partij die zou ontstaan vanuit de eigen gelederen. “De vijandigheid jegens ons is daardoor anders dan die tegenover de andere partijen.”
De presidentsverkiezingen van 2001 waren niet erg fraai. Besigye daagde Museveni uit, maar moest het land ontvluchten, beschuldigd van verraad. De stembusgang ging met veel geweld gepaard, zegt Simon Osborn, Brit en in Oeganda werkzaam voor het Deepening Democracy Programme. Museveni werd herkozen.
In 2005 hield Oeganda onder druk van de donoren een referendum over meerpartijendemocratie. Een meerderheid stemde voor. Politieke partijen werden in ere hersteld. Opmerkelijk is dat vrouwen terughoudend waren over een nieuw politiek stelsel, zegt Simon Osborn. In peilingen bleken zij bezorgd over stabiliteit en de nationale eenheid – prioriteiten voor moeders, hier hoeders van een gezin.
Kiza Besigye van het FDC keerde eind 2005 uit ballingschap terug. Hij werd gearresteerd; aangeklaagd voor verraad, gewapend verzet en verkrachting. Voor dat laatste was geen bewijs, de beschuldiging van verraad bleef staan. Besigye, vrijgelaten, moest zich tijdens de campagne elke week bij de rechtbank melden.
Volgens Osborn was de regering vastbesloten de verkiezingen van 2006 beter te laten verlopen dan vijf jaar daarvoor. Het geweld was minder openlijk, zegt Augustine Ruzindana – er werden ‘niet meer dan 10 mensen neergeschoten’, het was evengoed alomtegenwoordig. “In het hele land zijn mensen geïntimideerd, geslagen en omgekocht.” Officieel kreeg Kiza Besigye ruim 38% van de stemmen. De verkiezingsuitslagen zouden volgens de oppositiepartijen zijn vervalst. “Massively rigged”, claimt FDC’s Ruzindana. Niet meer dan 250 duizend stemmen, meent Simon Osborn op basis van analyses van stemgedrag.
Maar ook Chris Opoka Okumu van de Ugandan People’s Congress (UPC) is overtuigd van massale fraude. “We kennen allemaal militairen die in 2006 de hele dag hebben moeten stemmen. Stapels formulieren invullen, even lunchen en weer door.” Opoka, Secretaris-Generaal van Obote’s partij, was in 2006 getuige van het openen van een stembus. “Daar kwamen stembiljetten met vijf of zes ineengevouwen uit.” Opoka buldert nu van het lachen. “Hoe kan dat als iedereen er één formulier ingooit?” Ook de hoofdredacteur van weekblad The Independent, Joseph Were (vervanger van Andrew Mwenda die tijdelijk aan een Amerikaanse universiteit werkt) bevestigt grootschalige vervalsing. “Op veel plaatsen in het Westen was er een opkomst van 120 procent.”
In de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2011 loopt de spanning op. Museveni wil opnieuw worden herkozen. In een machtsspel van verdeel en heers wordt steeds vaker de etnische kaart gespeeld. Dat leidde in september 2009 tot ernstige rellen die 24 mensen het leven kostten.
Al heerst tussen NRM en FDC een “gepassioneerde haat”, Chris Opoka vertelt dat ook andere oppositiepartijen worden belemmerd in hun politieke werk. Geen van allen heeft vrij toegang tot radiostations, belangrijkste bron van informatie voor de meeste Oegandezen. Er is een verbod op bijeenkomsten met meer dan 25 mensen “op een weg, een veld of een woongebied”. Hoe moeten wij onze achterban raadplegen?, vraagt Opoka. “Hoe kunnen wij campagne voeren?!”
Toch schoven de zes partijen niet zonder meer aan voor een informeel gesprek. Sterker, afgelopen jaren is al vaker een poging ondernomen, onder meer door de Amerikanen. Ook nodigde president Museveni na zijn laatste herverkiezing alle oppositiekandidaten uit voor een kopje thee. Het FDC bleef toen weg. Van een overlegorgaan kwam weinig terecht.
Het NIMD nam dan ook een lange aanloop naar de Inter Party Organisation for Dialogue (IPOD), zoals de dialoog officieel heet. Simon Osborn vertelt dat jaren geleden de toenmalige Nederlandse ambassadeur in Oeganda, Joke Brandt, sprak met de op-één-na-machtigste man van de NRM, Amama Mbabazi. Meerdere malen vertelde ze hem over het NIMD, en over het werk dat het Instituut voor Meerpartijendemocratie sinds 2002 deed in Ghana.
Daar bemiddelde het NIMD bij een informele dialoog tussen de machthebber en oppositie. Ook daar delen partijen een geschiedenis van burgeroorlog. Intussen deed Ghana al twee keer wat Oeganda nog niet is gelukt: een machtswisseling zonder geweld. De partij van Jerry Rawlings droeg in 2001 de macht over aan de partij van John Kufuor en kreeg die in 2008 weer terug. De les voor Oeganda: in een democratie kun je de macht kwijtraken én heroveren. Mbabazi, minister van veiligheid en Secretaris-Generaal van NRM, ging in Den Haag op bezoek bij het NIMD.
De NRM was aan boord. Maar daarmee zaten de andere partijen nog niet aan tafel. Die koesterden veel wantrouwen, vertelt Shaun Mackay van het NIMD. “Ze vroegen zich af: Is dit een poging van de NRM om de oppositie uit elkaar te drijven? Of is IPOD een sideshow terwijl ze opnieuw de boel belazeren?”
Het ijs werd een beetje gebroken in Ghana. Van elke partij nam het NIMD drie politici mee naar Accra. Dagenlang waren ze samen. Ze spraken met John Kufuor en andere politieke kopstukken. Mackay: “Daar ontstond iets van vertrouwen.” Daudi Migereko ging voor de NRM mee naar Ghana. Hij voert als Government Chief Whip de NRM-fractie in het parlement aan. Hij mag de vraag beantwoorden waarom de NRM meedoet aan IPOD.
Waar het gaat om de oppositiepartijen, laat motivatie zich makkelijker raden. Allemaal hebben ze belang bij een eerlijker verkiezingsproces, bij een een level playing field met gelijke mogelijkheden en kansen voor alle partijen. Zo heeft Museveni tot woede van de oppositie een kiescommissie aangesteld met dezelfde NRM-getrouwen als in 2006. Het eerste dossier bij IPOD op tafel is dan ook de verandering van de kieswetten. Ook de FDC hoopt vurig dat met IPOD de politiek democratischer wordt. Maar Ruzindana beoogt meer: “We willen de machthebbers ervan verzekeren dat ze niet bang hoeven te zijn voor verandering. Velen van hen zijn corrupt, sommigen maakten zich schuldig aan mensenrechtenschendingen. We willen ze laten weten dat we er niet op uit zijn ze na een wisseling van de wacht onmiddellijk te vervolgen.”
Waarom NRM deelneemt is minder duidelijk. Hebben zij niet veel te verliezen bij echt vrije verkiezingen? Democratie-onderzoeker Simon Osborn: “Waarom NRM meedoet, is de vraag die ik mij elke dag stel.” Joseph Were van The Independent meent dat internationale donoren de druk op Museveni opvoeren: “Het wordt steeds moeilijker een president te blijven verdedigen die al 24 jaar aan de macht is.” Volgens Chris Opoka van UPC heeft de NRM juist een hoop te winnen: legitimiteit en stabiliteit. “NRM heeft het gevoel dat wanneer de verkiezingen opnieuw worden gestolen, het land ontvlamt.” De rellen van september 2009 lieten zien dat geweld maar een incident verwijderd is. En daar is vriend en vijand het over eens: Oeganda mag geen Kenia worden.
Ruud Koole van het NIMD deelt die analyse. Volgens hem is de NRM bang dat de verworvenheden van de revolutie verloren gaan. “Dat is een erfenis van nationale eenheid. Om die veilig te stellen, heeft de NRM samenwerking met de oppositie nodig.” Simon Osborn speculeert ook over “een zachte landing” die NRM voor zichzelf op te organiseren: “Na het verlies van de macht kan die ook weer worden heroverd. Net als in Ghana.”
Wat zegt de NRM zelf? Daudi Migereko: “Wij willen problemen oplossen door middel van discussie en dialoog.” En: “Wij willen de democratie consolideren.” Het geeft NRM bovendien de mogelijkheid de oppositie in te lichten over wat er op grote onderwerpen wordt gedaan. Omgekeerd werkt het net zo. Migereko: “Al verliest de oppositie de verkiezingen, ze kunnen nog wel interessante ideeën hebben.”
De Government Chief Whip benadrukt meermalen dat de NRM al langer een dialoog tussen partijen voorstaat – immers, in 2006 nodigde president Museveni alle andere presidentskandidaten uit. Het is een verhaal dat door iedereen wordt verteld, ook door Augustine Ruzindana (FDC). “Natuurlijk gingen wij niet. Na verkiezingsfraude gingen wij de president geen legitimiteit geven. Nu doet NRM het graag voorkomen alsof IPOD een voortzetting is van die bijeenkomst.”
Tot nog toe is president Museveni niet bij IPOD verschenen. Staat de president achter de dialoog? NRM’s Chief Whip suggereert van wel. “Wij rapporteren aan onze baas. Die geeft ons zijn advies.”
Het NIMD slaagde waar anderen faalden. Volgens Ruud Koole, in het dagelijks leven hoogleraar politicologie te Leiden, omdat zijn organisatie een “vrij unieke niche” heeft gecreëerd: partijpolitiek neutraal. Waarom er nu ineens wel een dialoog mogelijk was? Volgens Chris Opoka door de manier waarop het NIMD het aanpakt: “ Ze brengen je samen en laten het vervolgens helemaal aan jou over om onderwerpen te bespreken. Niet zoals de Amerikanen. Die duwen je een bepaalde richting uit, die van hun eigenbelang. Het NIMD modereert een beetje, maar blijft op de achtergrond. Ze duwen nooit. Dat helpt ook niet. En dat weten zij. Ze hebben veel ervaring met een proces als dit.”
Alle Oegandese partijen om de tafel, dat is een doorbraak. Maar wat kan de dialoog verder bereiken? Op korte termijn hoopt NIMD’s Shaun Mackay op vreedzame verkiezingen die breed worden geaccepteerd. Op langere termijn moet IPOD uitgroeien tot een instituut, zoals het Center for Multiparty Democracy in Kenia, Malawi en Zambia. Nu valt of staat de legitimiteit van IPOD met hervorming van de kieswetten. Mackay: “ Op dit moment is elk compromis van de regering belangrijk als gebaar.” Opoka voorspelt dat wanneer de kieswetten niet substantieel worden gewijzigd, IPOD een symbool zal blijken. De verkiezingen van 2011 zullen leren of de Interparty Dialogue een tactische zet was in de machtsstrategie van Oost-Afrika’s langstzittende president. Of dat een Nederlands instituut Oegandese geschiedenis schrijft.
**
Politieke partijen in Oeganda proberen verkiezingsgeweld te voorkomen verscheen in het NIMD Jaarverslag 2009 en NIMD magazine juni 2010